WEB200K.06
TERRORISME OVERWINNEN
(K.06)
TERRORISME
OVERWINNEN
Evert Huisman
Bush tracht
het terrorisme te overwinnen met tegengeweld. Hij weet blijkbaar hoe dat moet.
Topdiplomaten aarzelen. Er zijn er zelfs die het niet weten, zoals de onlangs
gepensioneerde topdiplomaat Niek Biegman die in NRC-Handelsblad van 11 september
2001 zei: "In de Koude Oorlog zagen we wanneer er een opbouw was van troepen
in Oost-Europa en wisten we ongeveer wat we daartegen moesten doen, maar nu
hebben we geen idee".
Geen
alternatief?
Sinds 11 september 2001 is er in de media verschillend gereageerd op het antwoord
van Bush op de terroristische aanslagen op het World Trade Center en het Pentagon.
Het betrof artikelen, ingezonden stukken, interviews en noem maar op. Sommigen
toonden instemming met de gewelddadige reactie van de VS, anderen bekritiseerden
die. Opvallend is dat geen enkele kritische beschouwing een alternatief heeft
geboden voor het geweld waarmee de VS reageert. Je zou verwachten dat zij
die zeggen dat geweld niet met geweld mag worden beantwoord een betere methode
niet alleen aanbevelen maar eisen. De voorstanders van geweld zoals dat nu,
naar men zegt, mondjesmaat wordt toegepast, vinden de reactie van de VS onvermijdelijk.
De critici daarentegen niet. Maar wat volgens de laatsten dan wˇl de reactie
moet zijn blijft in het duister. Nu hoef je op het gebied van de buitenlandse
politiek geen deskundige te zijn om te constateren dat een reactie zoals de
VS die geven, in de bestaande situatie onvermijdelijk is. Als je geen alternatief
ziet en je stikt bijna in de moderne wapens dan moet je wel reageren zoals
dat nu gebeurt. Je bent immers behept met het geweldsdenken: de opvatting
dat je problemen die uit geweld ontstaan kunt oplossen met tegengeweld. Een
gewelddadige reactie op geweld is dan toch onvermijdelijk? Alleen als je een
alternatief hebt kan het ook anders. Maar is dat er?
Geweldsdenken
of vredesdenken
Een alternatief betreft niet alleen preventief gedrag: activiteiten die kunnen
voorkómen dat conflicten escaleren tot geweld, dus ook tot terrorisme.
Een alternatief houdt ook in: activiteiten die kunnen worden ingezet als conflicten
wel zijn ge‘scaleerd tot geweld en dus ook tot terrorisme. Dus beide zijn
nodig om van een alternatief te kunnen spreken. Dat bij bestrijding van terrorisme
allereerst moet worden gewerkt aan preventief gedrag is duidelijk. Voorkomen
is beter dan genezen. Om een voorbeeld te geven het volgende. Als ik zo behept
ben met geweldsdenken dat ik één kamer van mijn huis, en ook
nog enkele andere plaatsen in mijn wijk, volprop met moderne wapens omdat
ik van mening ben dat, als de nood aan de man komt, ik mij daarmee moet kunnen
verdedigen, dan is het onvermijdelijk dat ik die wapens, als het zover is,
ook zal gebruiken. Wanneer is het zover? Mijn geweldsdenken bepaalt mijn gedrag
ook op andere terreinen van mijn leven in de wijk waar ik woon. Op een gegeven
moment zorgt dat gedrag er voor dat verschillende mensen mij niet sympathiek
gaan vinden en angstig worden. Sommigen gaan mij zelfs haten en misschien
wordt ik voor hen wel een zondebok. Het is dan onvermijdelijk dat ik op een
dag op zijn minst een steen door mijn ruit krijg. Ik reageer dan onvermijdelijk
met gebruik van één van mijn wapens, hoewel de kans dan groot
is dat ik (ook) een voorbijganger raak. Mensen in andere buurten die mij niet
goed kennen kan ik wijsmaken dat het onvermijdelijk was dat ik schoot. En
zij die er belang bij hebben zullen mij zelfs steunen. Ook hen met wie ik
vroeger een overeenkomst heb gesloten tot onderlinge steun. Dat alles is onvermijdelijk.
Maar als ik nu mijn aandacht, tijd, energie en geld eens had besteed aan voorzieningen
in de wijk die ieder ten goede kwamen, dan had ik misschien kunnen voorkomen
dat die steen door mijn ruit werd gegooid. En als een steen toevallig toch
mijn ruit zou hebben geraakt, dan zou ik dat hebben gerapporteerd aan de politie
die zou hebben uitgezocht hoe één en ander plaats vond. Als
de VS nu eens niet behept waren met geweldsdenken, geen militaire basis over
de gehele wereld hadden, geen autoritaire regimes met levering van wapens
in het zadel hielden, pal stonden voor democratie en mensenrechten, trouw
hun bijdrage aan de VN nakwamen, pleitten voor een evenwichtige samenstelling
van de Veiligheidsraad, de uitgaven aan bewapening besteedden aan gezondheidszorg
en de aanpak van armoede in de wereld, dan zouden ze op ieders sympathie kunnen
rekenen. En dan zou de bevolking in de VS zeer waarschijnlijk niet zo lijden
onder het recente terrorisme en zou ook een gewelddadige reactie niet onvermijdelijk
zijn.
Vredescultuur
Maar de internationale situatie is helaas heel anders. Wij leven, zoals de
winnaars van de Nobelprijs voor de Vrede zeggen, in een Cultuur van Geweld.
Daarom pleitten zij er in 1998 voor dat de VN het decennium 2001-2010 zouden
uitroepen tot het 'Decennium voor een Cultuur van Vrede en Geweldloosheid'.
De VN, die met Kofi Annan de Nobelprijs voor de Vrede 2001 hebben gekregen,
namen deze gedachte in zoverre over dat ze in november 1998 hun lidstaten
hebben aanbevolen het decennium 2001-2010 te beschouwen als het 'Decennium
voor een Cultuur van Vrede en Geweldloosheid voor de Kinderen van de Wereld'.
Daarbij hebben ze de lidstaten opgeroepen de geweldloze conflictoplossing
op alle niveaus van de samenleving te onderwijzen en in te voeren. Hiermee
hebben de VN dus een alternatief voor het gebruik van geweld aangeboden. Een
alternatief dat niet overal direct inzetbaar is maar dat, naar men mag verwachten,
in de toekomst veel geweld kan voorkómen en waarmee het geweld als
het uitbreekt op een geweldloze wijze kan worden benaderd, zodat het niet
escaleert en de weg vrijmaakt voor een vreedzame aanpak van het conflict.
Naar aanleiding van de gebeurtenissen op 11 september lag dit alternatief
nog niet voor de hand. Een gewelddadige reactie, zoals die nu wordt toegepast,
blijkt dan onvermijdelijk. Maar dat valt de regeringen, inclusief de Amerikaanse,
wel ernstig te verwijten. Zij hebben bijvoorbeeld geen pogingen ondernomen
om vredeswerkers op te leiden in plaats van soldaten, hoewel daar al tientallen
jaren door maatschappelijke organisaties voor gepleit wordt. Zelfs nu wordt
daar met geen woord over gesproken en volstaat men met de opmerking dat geweld
'helaas onvermijdelijk is'.(1) Toen het geweld in voormalig-Joegoslavië
in 1999 in verband met Kosovo losbarstte in de vorm van bommen op Belgrado
en andere Servische steden, had men ook niets gedaan om het geweldloos verzet
van de Kosovaren te steunen. Rugova had tien jaar lang vergeefs een groot
aantal staatslieden bezocht om steun voor zijn geweldloos verzet te vragen.
Maar met bommen gooien lag dat anders. Daar was direct steun en geld voor.
Ook toen vertelden de politici dat bombardementen onvermijdelijk waren. "Hoeveel
Kosovo's moeten er nog plaats vinden voordat men mensen gaat opleiden om conflicten
op een geweldloze manier aan te pakken", werd er toen door enkelen gezegd.
Nu is de vraag: hoeveel Afghanistans moeten er nog plaats vinden voor men
aan de oproep van de VN gehoor gaat geven en zich niet meer hoeft te verschuilen
achter het argument: het is onvermijdelijk.
Geweld
onvermijdelijk?
Ter illustratie van de bestaande situatie het volgende voorbeeld. Er is door
de hogeschool Windesheim in Zwolle, in samenwerking met de Stichting Burger
Vredes Teams Nederland (BVTN) (2), een opleiding van een jaar ontwikkeld om
vredeswerkers te scholen in conflictpreventie en geweldloze conflictoplossing.
Vredeswerkers kunnen daar leren hoe je op een geweldloze manier met conflicten
omgaat. Die opleiding is in verband met gebrek aan subsidie bekort tot een
maand. Maar ook voor deze ene maand draaien particulieren en organisaties
voor de financiën op. Deelnemers moeten zelf geld bij elkaar zien te
brengen om aan de opleiding deel te nemen. En als ze naar conflictgebieden
uitgezonden worden moeten ze ook daarvoor geld zien te vergaren. Als deze
absurde situatie niet verandert kunnen over enige tijd, als de nood aan de
man komt, de politici weer zeggen: geweld is onvermijdelijk. En dan kunnen
ze opnieuw beweren dat ze gelijk hebben, evenals nu. Naarmate het duidelijk
wordt dat ze door nalatigheid daarvan zelf de schuld dragen, zal er misschien
wat veranderen. Dat er een alternatief voor geweld is heeft Mahatma Gandhi
(1869-1948) in zijn strijd voor een onafhankelijk India al laten zien, en
na hem vele anderen overal ter wereld. Alleen: dat alternatief moet verder
ontwikkeld en ingevoerd worden. Als we het terrorisme willen overwinnen zullen
we moeten trachten het geweldsdenken te overwinnen. Dat is wat acht Nobelprijswinnaars
bedoelen toen ze in oktober 2001 opnieuw opriepen om aan die 'Cultuur van
Vrede en Geweldloosheid' (3) te gaan werken. Als we er voor kunnen zorgen
dat het denken in termen van geweld geen gemeengoed meer is en in termen van
vreedzame conflictaanpak gaan denken, dan hebben we bereikt dat het begrip
'onvermijdelijk', als argument voor het toepassen van geweld, geen opgeld
meer doet.
(1) Zie voor vele
voorbeelden van vreedzame conflictaanpak (o.a. door UNESCO, UNPO, PBI, IFOR,
International Alert, Search for Common Ground, Burgervredesteams): 'Lokale,
nationale en internationale conflicthantering'; themanummer van 'Geweldloos
Actief', december 1999; 52 blz. f. 7,50 / E 3,40.
(2) Stichting Burger VredesTeams Nederland (BVTN), Obrechtstraat 43, 3572
EC Utrecht; tel.: 030-2714376.
(3) Opgenomen in deze website. Zie: Het menselijk leven is heilig. (K.03)
Gepubliceerd in:
Kwartaalblad Geweldloos Actief, Postbus 137, 8000 AC Zwolle.
(WEB200K.06)
|