(WEB200J.04)
GEWELDLOOSHEID:
SPIRITUELE BASIS EN PRAKTISCHE TOEPASSING (J.04)
Een ingezonden brief van Frits Mooijaart.
Wim Robben
voegde daar zijn reactie aan toe.
Al enige jaren ontvang ik het blad Geweldloos Actief (GA) en ik
ben elke keer weer blij om het te kunnen lezen. Ik ben al jaren leerling van
een yoga-opleiding waarin het ideeëngoed van Patanjali, de grondlegger
van yoga, wordt overgebracht en geef daarnaast ook wat yoga-les. Bij de morele
idealen, die een onderdeel zijn van de yogaleer (door Patanjali maar héél
beknopt uitgewerkt) hoort ook het ideaal van Ahimsa (geweldloosheid).
Ik voel me thuis bij de manier waarop mijn leraar dat uitlegt. Het strookt
denk ik niet helemaal met zoals jullie daarover plegen te schrijven. Tegelijk
vind ik GA heel waardevol, met inspirerende ideeën (bijvoorbeeld
over het werk van de vredesbrigades). Daarom leg ik aan jullie die andere
kijk op geweldloosheid maar eens voor.
Wereldbeeld
Het idee van geweldloosheid is niet los te zien van je wereldbeeld. In Raja
Yoga wordt ervan uitgegaan dat mensen zielen zijn, met een bewustzijn dat
af is geraakt van het feit dat alles één is. Vanuit dat gevoel
van afgescheidenheid ontstaat egoïsme (want het lijkt de mens toe dat
het een kwestie is van ieder voor zich), begeerte (om het in dat isolement
toch goed te hebben), haat (vanwege het gedwarsboomd worden in het vervullen
van verlangens) en angst (waarvan angst voor de dood vanwege de identificatie
met het lichaam en het gegeven van de tijdelijkheid van het lichaam
het belangrijkst is). Zie hier de uitgangssituatie van elk mens op aarde.
En allen zijn we, elk op onze eigen manier, op weg naar hereniging. Bewust
bezig zijn met die weg is het beoefenen van yoga.
Welke plaats neemt ahimsa hierbij in? Ik heb het zo begrepen: geweld is elk
gedrag (in gedachten, woorden of daden) dat maakt dat het natuurlijk verloop
van een handeling van jezelf of een ander wordt onderbroken. Zo is sarcasme,
veroordeling, uitschelden en zich uit angst voor veroordeling anders voordoen
dan men is evengoed geweld als fysiek geweld.
Vanuit onze onwetendheid (over dat we allemaal een zijn), onze foute inschatting
van de situatie, egoïsme, begeerte, haat en angst is geweld een voor
de hand liggende reactie (terwijl we onszelf daarmee schade doen: we blijven
zo immers in de illusie van afgescheidenheid). We voelen ons bedreigd en verweren
ons tegen ingebeelde gevaren via agressieve daden (zoals sarcasme, negeren,
discrimineren, zondebokken aanwijzen, verkrachten en andere vormen van fysiek
en niet-fysiek geweld). Niet goed te praten maar wel begrijpelijk. Je kunt
daarop rigide reageren door jezelf en anderen te proberen in een gareel te
krijgen van geen geweld plegen. Maar aangezien we op dit punt
van de menselijke evolutie zitten met het gegeven van foute inschatting van
de situatie enzovoort, zal dat niet lukken en bovendien zou je, door onszelf
te veroordelen, jezelf geweld aandoen. Het is de oude Adam die
het geweld pleegt. Daarmee bedoel ik dát deel van ons dat uit onwetendheid,
egoïsme etc. handelt. De oplossing ligt, volgens mij, voor een deel in
je spirituele ontwikkeling, waardoor je een nieuwe Adam krijgt.
Geweldloosheid moet je daarom opvatten als een ideaal, niet als een norm.
Het is in de éérste plaats zaak om geweldloosheid ten opzichte
van jezelf te betrachten. Want pas als we onszelf serieus genoeg nemen om
liefdevol mee om te willen gaan, kunnen we dat met anderen. We hebben eerst
verantwoordelijkheid voor ons eigen leven.
Goddelijke
Als ik bijvoorbeeld in het stuk van Wim Robben, in het recente themanummer
Geweldloze Kracht, kern van de wereldreligies, lees: Voor
mij wordt het met de dag duidelijker: geweldloosheid is de basis van het leven;
geweld vormt de bedreiging van het leven. (blz. 36) dan mis ik daar
het goddelijke in. Ik geloof dat een diep besef van de eenheid van alles de
basis is en dat in díe toestand geweld onmogelijk is. Geweld zie ik
dus als voortvloeisel van de onwetendheid over die verbondenheid (via egoïsme,
begeerte, haat en angst), als een natuurlijke reactie in de evolutionaire
toestand waarin we als individuen en als wereld verkeren. Echt geweldloos
kun je pas zijn vanuit een diep besef van verbondenheid, en om dat te bereiken
kun je vele levens bezig zijn en de wereld evolueert ook maar langzaam naar
dat besef. Daarom geloof ik dat het weliswaar belangrijk is dat geweldloosheid
wordt aangeleerd om een menselijker samenleving te krijgen en dat het zinvol
is om te zoeken naar manieren om de wereld vreedzamer te krijgen (en daarin
doet Geweldloos Actief mooi werk wat mij betreft), maar dat geweldloosheid
voor een deel ook heeft te maken met spirituele ontwikkeling van het individu.
Frits Mooijaart
REACTIE
Ik kan me hier in belangrijke mate in vinden. Voor mij is het leven in haar
oorsprong geweldloos. In een interview Is de mens van nature geweldloos?
(zie artikel G.07 op deze website) ga ik daar uitvoeriger op in. Onze omgeving,
en wat wij in gang zetten en tot stand brengen, zal geweldlozer zijn in die
mate dat wij zelf tot meer geweldloosheid gekomen zijn. Ik zie echter ook
een wisselwerking. Mensen reageren op bepaalde situaties waarmee ze geconfronteerd
worden en krijgen een sterke impuls om daar verandering in te brengen (zoals
Gandhi die uit de trein gegooid wordt in Zuid-Afrika omdat hij een kleurling
is, of M.L.King die geconfronteerd wordt met de arrestatie van Rosa Parks
die in de bus in Montgomery weigert voor een blanke man op te staan etc.etc.).
Door de confrontatie met het onrecht in de buitenwereld ontstaat een innerlijk
ontwikkelingsproces in de richting van geweldloosheid, of in de richting van
geweld (zie bijvoorbeeld de Palestijnse zelfmoordacties) of in de richting
van passiviteit (in gelatenheid, of innerlijke woede en onmacht om de situatie
maar te accepteren zoals die is).
Spiritualiteit vat ik op als het verbonden zijn met de energie van onze levensoorsprong;
onze innerlijke oorspronkelijke wereld; onze ziel (de zetel van het
leven), atman, chi, tao, sefirah, prana, ki, eerste beweger, hoogste
zelf, innerlijk licht, heilige geest, goddelijke kracht zoals het ondermeer
ook wel verwoord wordt. En dat in het besef dat dit licht, deze
levensoorsprong, in iedereen aanwezig is.
Middel
Het ontwikkelen van een morele en/of spirituele basis is dan ook heel belangrijk
en is het fundament van een rechtvaardige en vreedzame samenleving. Van belang
hierbij is echter de spirituele kwaliteit. Want ook het geweld kent zijn hogepriesters,
die onder Gods schepselen dood en verderf zaaien, terwijl
het juist hun hoogste taak en opdracht zou dienen te zijn de mensen en politieke
machthebbers daarvan te weerhouden en hen een mens- en god-waardiger
alternatief aan te reiken.
Daarom benadruk ik zelf vooral de praktische toepassing van geweldloosheid,
en minder de morele of spirituele basis. Dat komt mede voort uit mijn visie
op de drie-eenheid beginsel / middel / doel; respectievelijk de
wortels / stam en takken / vruchten als je het met een boom zou
vergelijken. Ik hoor bijna ieder zeggen wat voor prachtige en nobele principes
en doelstellingen ze hebben, waarbij men zegt een betere wereld na te streven.
Maar met betrekking tot de middelen worden de meest gruwelijke methoden schaamteloos
toegepast volgens het duivelse principe het doel heiligt de middelen.
En dus geef ik veel aandacht aan het zoeken en ontwikkelen van geweldloze
middelen, welke een eenheid vormen met nobele principes en doeleinden. Wat
doen wij, miljarden mensen, verkeert en hoe kunnen we aansluiting vinden in
ons praktisch handelen bij ons diep van binnen gevoelde verlangen naar vrede,
harmonie en liefde. Dus ook hier die wisselwerking tussen innerlijk en uiterlijk,
waarbij ik hoop dat via zichtbare uitingen van geweldloosheid (zoals bijvoorbeeld
het werk van de vredesbrigades) het alternatief duidelijk wordt; dat we met
elkaar gaan zien dat een andere aanpak mogelijk is, zelfs in zeer moeilijke
en bedreigende situaties. Een aanpak / methodiek welke in harmonie is met
onze nobelste beginselen en doelen. Echter wel in het besef dat we die aanpak
alleen kunnen volhouden, het eventuele geweld wat zich tegen ons kan keren
en ons tot het uiterste beproeft, alleen kunnen weerstaan via geweldloosheid
als we een sterke morele en/of spirituele basis hebben. Daarom spreek ik steeds
meer over geweldloze kracht, een kracht die zowel innerlijk sterk
is als naar buiten toe, in gedrag en houding; in methodiek en strategie. Voor
de een zal die methodiek zich vooral uiten in meditatie en gebed,
of een inzet op basis van medemenselijke dienstbaarheid, voor een ander in
confronterende geweldloze acties, en voor weer anderen (waaronder bijvoorbeeld
Gandhi) in een combinatie hiervan.
Leven
Dat je in mijn uitspraak over geweldloosheid als de basis voor het leven
het goddelijke mist komt door mijn visie op het leven. Al zon dertig
jaar geleden ontdekte ik dat als je in religieuze teksten het woord God
vervangt door Leven het allemaal een heel stuk duidelijker wordt.
Je komt dan ook niet meer in de verleiding om veel van wat er gebeurt buiten
jezelf te leggen. Als er iets gebeurt omdat God het zo wil dan
kun je dat veel gemakkelijker buiten jezelf plaatsen; bij een andere en hogere
kracht die iets bepaalt. Maar als er iets gebeurt omdat het Leven het
zo wil dan ligt dat in woordgebruik veel dichter bij ons zelf. We maken
immers allemaal deel uit van het leven en zijn voortgekomen uit de Levensoorsprong.
Wat er ook gebeurt: het hangt allemaal samen met het leven en de omstandigheden
waarin het leven zich voltrekt (zoals de krachten van de natuur). Bovendien
geldt dit voor alle mensen, ook voor hen die niet in een god geloven.
Maar omdat voor mij Leven, echte liefde / vrede / harmonie / eenheid / geweldloosheid
allemaal uitingen van het Goddelijke zijn, kan ik dus ook zeggen dat geweldloosheid
de basis is van het goddelijke
. van de vrede en de eenheid
.,
en dat geweld de bedreiging vormt van het goddelijke
de vrede
en de eenheid
.. etc.
Signaal
Ik ben het met je eens dat we onszelf niet moeten veroordelen als we vormen
van geweld gebruiken, maar vanuit een geweldloze benadering denk ik ook dat
we dit niet dienen te rechtvaardigen of goed te praten, maar het op te vatten
als een signaal, een uiting, van niet de meest verkiesbare houding of benadering;
iets wat we betreuren en dat ons zou dienen aan te sporen om tot meer menswaardige
en assertievere vormen te komen. Het gegeven dat we op een bepaalt punt van
de evolutie zitten mag ons er niet van weerhouden kritisch naar onze gedragingen
te kijken en inderdaad, zoals je zegt, onze persoonlijke verantwoordelijkheid
tot processen van verbetering of heling serieus te nemen. Dat is ook wat me
zozeer aanspreekt bij Gandhi, dat hij in elk aspect van zijn leven en samenleven
dichter bij de Waarheid, God, Geweldloosheid probeert te komen,
overigens in het besef dat we dit als menselijk wezen waarschijnlijk nooit
ten volle kunnen bereiken. Maar hij stelt wel: Niemand kan daadwerkelijk
geweldloos zijn zonder in opstand te komen tegen sociale onrechtvaardigheid,
ongeacht waar deze zich voordoet. Bijzonder ook dat de Dalai Lama, tijdens
de in ontvangstname van de Nobelprijs (in 1989), Gandhi eerde als de
man die grondlegger was van de moderne traditie om veranderingen teweeg te
brengen door middel van geweldloze actie (zie deze alinea uit zijn toespraak
in de bijlage). Het bestaan van het geweld is een gegeven, maar daar dienen
we ons niet bij neer te leggen, lijkt me. We dienen tot opstand,
tot opstanding, te komen ten aanzien van geweld; er in een zo
groot mogelijke mate los van komen.
Zoals jij ook zegt dat geweld ons vertelt en laat zien dat we
afgescheiden zijn, terwijl we diep in onszelf verlangen om tot
vrede en harmonie te komen; tot het Goddelijke; tot eenheid met
onze geweldloze levensoorsprong. Om tot die eenheid te komen is spirituele
ontwikkeling van belang, want looking deeply at one thing, we see the
whole cosmos, stelt Thich Nhat Hanh, de Boeddhistische vredespriester
uit Viëtnam. Vandaar dat we in Geweldloos Actief toch ook graag over
de visie en activiteiten van ondermeer de Dalai Lama, Thich Nhat Hanh en Mansukh
Patel publiceren, en dat we blij zijn met de inbreng die jij nu gegeven hebt.
Wim Robben
Bijlage:
alinea uit toespraak van de Dalai Lama:
Ik aanvaard de Nobelprijs voor de Vrede met diepe dankbaarheid namens
de onderdrukten waar ook ter wereld, namens hen die strijden voor vrijheid
en wereldvrede, en als eerbetoon aan de man die grondlegger was van de moderne
traditie om veranderingen teweeg te brengen door middel van geweldloze actie,
Mahatma Gandhi, die me geïnspireerd heeft en wiens leven een les voor
me is geweest. (1989)
Gepubliceerd in:
Kwartaalblad Geweldloos Actief, Postbus 137, 8000 AC Zwolle.
(WEB200J.04)
|