(WEB200I.16)
NAAR EEN WERELDPLATFORM
VOOR CONFLICTOPLOSSING (I.16)
(Bijlage: Brief van Kofi
Annan.)
Door: Paul van Tongeren*
Vandaag de dag worden conflicten
of oorlogen vaak beschouwd als daden van terrorisme, of ze worden door regeringen
zo voorgesteld. Ze willen ons doen geloven dat militaire actie de enige manier
is om tegen terrorisme op te treden. Dit is een tragische paradox, want het
is nog maar sinds kort dat de VN, de G8, regionale organisaties zoals de EU,
de OVSE, de Afrikaanse Unie en regeringen het idee van civiele conflictpreventie
en vredesopbouw zijn gaan accepteren en waarderen, evenals de rol van de burgerlijke
samenleving en de NGOs (niet-gouvernementele organisaties) in dat proces.
Belanghebbenden
Die rol van de burgerlijke samenleving en de NGOs ligt voor de hand,
omdat de aard van de conflicten is veranderd. Er zijn minder oorlogen tussen
staten en meer binnen staten. Daardoor verandert ook de manier om ze te voorkomen
en op te lossen. Oorlogvoerende partijen hebben vaak een direct belang bij
de voortzetting van een conflict en hebben grote groepen voor hun strijd gemobiliseerd.
De praktijk van de afgelopen tien jaar heeft laten zien dat het niet waarschijnlijk
is dat duurzame vrede van hun kant komt. Anderzijds zijn er in dezelfde samenlevingen
ook groepen die vaak willen dat er een eind komt aan de conflicten, zoals
vrouwenorganisaties, religieuze groepen en jongerengroepen, of NGOs
op het gebied van ontwikkeling en vrede. De positie van deze groepen is echter
vaak zwak en bij de vredesprocessen komt het herhaaldelijk voor dat er geen
acht op hen wordt geslagen.
Omdat ze in het (potentiële) conflict belanghebbenden zijn, zou het logisch
moeten zijn dat deze partijen, die deel uitmaken van de burgerlijke samenleving,
ook belanghebbenden bij het vredesproces zijn. Er zijn talloze rollen die
NGOs in dit opzicht kunnen spelen. De 'Carnegie Commissie voor het Voorkomen
van Dodelijke Conflicten' concludeerde: NGOs hebben de flexibiliteit,
deskundigheid en betrokkenheid om snel op vroegtijdige tekens van onrust te
reageren. Ze zijn getuige van het zich ontplooiende drama, kunnen er uitdrukking
aan geven en kunnen essentiële diensten en hulp verschaffen. En niet
in het minst kunnen ze, zowel nationaal als wereldwijd, de mensen informeren
en op de hoogte brengen van de gruwelen van het fatale conflict. Daardoor
helpen ze de publieke opinie te mobiliseren zodat er iets aan gedaan gaat
worden.
Alternatieven voor conflictaanpak
Nu, na de aanslagen van 11 september 2001, bestaat het risico dat geweldloze
conflictpreventie weer van de politieke agenda verdwijnt. Ik ben er sterk
van overtuigd dat dit het moment is dat ieder van ons, die op het gebied van
conflictpreventie en vredesopbouw werkzaam is, zijn positie tegenover deze
zorgwekkende ontwikkeling moet bepalen. We moeten laten zien, of nog liever
aantonen, dat er alternatieve manieren zijn om conflicten te voorkomen en
op te lossen.
Om dit te kunnen aantonen is het noodzakelijk de rol die de participanten
in de burgerlijke samenleving kunnen spelen te analyseren, voorbeelden van
hun meest geslaagde optredens te verzamelen, anderen hiervan bewust te gaan
maken, steun voor deze belangrijke mensen op gang te brengen en hen in staat
te stellen hun rol in het vredesproces te spelen.
Om een voorbeeld te geven: een aantal organisaties op het gebied van de burgerlijke
samenleving hebben samen met het 'VN Ontwikkelingsfonds voor Vrouwen' (Unifem)
succesvol gelobbyd voor een resolutie over 'Vrouwen, Vrede en Veiligheid',
die uiteindelijk in oktober 2000 unaniem door de Veiligheidsraad is aangenomen.
Deze resolutie pleit voor deelname van vrouwen aan besluitvormings- en vredesprocessen,
voor op hen gerichte perspectieven en training voor vredeshandhaving, en voor
de bescherming en positie van vrouwen als vast aandachtspunt bij de verslaglegging
van de VN en de uitvoeringsmechanismen.
Op ander terrein hebben grote VN conferenties over 'Milieu en Duurzame Ontwikkeling'
(Rio en Johannesburg, 1992 en 2002), 'Mensenrechten' (Wenen, 1993) en 'Vrouwen'
(Peking, 1995) tienduizenden NGOs gemobiliseerd. Er is een duidelijke
trend bij de organisaties van de burgerlijke samenleving zichzelf te organiseren
om zo een grotere invloed te hebben op het (inter)gouvernementele beleid.
Rapport Preventie van Gewapende Conflicten
Het gebied van conflictpreventie en vredesopbouw is echter nog steeds erg
zwak ontwikkeld en er is nog heel wat werk te doen om druk op beleidsmakers
uit te oefenen hun geld inderdaad ook daar te besteden waar het nodig is.
Maar er zijn misschien mogelijkheden om dit te veranderen.
In juni 2001 publiceerde Kofi Annan, secretaris-generaal van de Verenigde
Naties, het rapport Preventie van Gewapende Conflicten. Dit rapport
herhaalt het belang van het voorkomen van gewapende conflicten en benadrukt
het belang van de rol die de burgerlijke samenleving hierbij moet spelen.
In dit rapport dringt Kofi Annan erop aan dat NGOs die belang
hebben bij conflictpreventie, een internationale conferentie van lokale, nationale
en internationale NGOs gaan organiseren over hun rol bij conflictpreventie
en de toekomstige interactie met de Verenigde Naties op dit terrein.
Het ECCP (Europees Centrum voor Conflictpreventie) heeft op deze uitnodiging
gereageerd en heeft in samenwerking met vele partners voorstellen ontwikkeld
om dit idee verder uit te werken. In zijn reactie (zie kader) benadrukte Kofi
Annan het belang van brede (regionale) deelname, alomvattendheid, een gevoel
van verantwoordelijkheid en een werkelijk participatieproces wat zal leiden
tot een conferentie bij de VN in New York. Ik kon me hier helemaal in vinden,
omdat dit participatieproces op zichzelf al de basis kan vormen van een beweging
van conflictpreventie en vredesopbouw.
De aanbeveling van Kofi Annan biedt ons een platform om de rol die de participanten
in de burgerlijke samenleving kunnen spelen naar voren te halen en geweldloze
conflictpreventie weer op de internationale agenda te plaatsen. Verder benadrukt
hij het belang om bruggen te bouwen en mechanismen van concrete samenwerking
tussen NGOs, de VN en regionale organisaties te creëren. Dit is
voor ons een echte uitdaging!
'Actieprogramma voor Conflictpreventie en Vredesopbouw'
Een cruciaal element in onze voorstellen is dat we het niet bij slechts één
conferentie bij de VN willen laten. We stellen voor dat er in elke regio,
dat wil zeggen in Azië, Afrika, Europa, het Midden-Oosten en Noord- en
Latijns-Amerika, onderzoek wordt gedaan en voorbereidende conferenties worden
georganiseerd. De leiding van deze regionale processen zou in handen van de
organisaties of netwerken in de regios zelf moeten zijn. Het resultaat
van deze regionale processen zou moeten uitmonden in een 'Wereld Actieprogramma
voor Conflictpreventie en Vredesopbouw', dat de basis zou dienen te vormen
voor een discussie op de slotconferentie bij de VN.
Het algemene doel van dit programma zou de ontwikkeling van een gemeenschappelijk
'Platform voor effectieve actie voor conflictpreventie van gemeenschapsniveau
tot wereldniveau' moeten zijn. Het zou zich erop moeten richten de rol van
de civiele samenleving en van de NGOs te onderzoeken bij: a) het voorkomen
van gewapende conflicten; b) de interactie tussen de civiele samenleving en
de VN, de regionale organisaties en de overheden te verbeteren en daardoor
een meer geïntegreerde en coherente aanpak van conflictpreventie te bereiken;
c) de regionale netwerkprocessen te versterken en regionale netwerken voor
conflictpreventie tot stand te brengen die zijn samengesteld uit de belangrijkste
NGOs, subregionale netwerken, mensen uit de praktijk en academici.
Protocol voor Conflictpreventie
Eén van de doelen waaraan we denken is een VN Actieplan of Protocol
voor Conflictpreventie in de breedste zin, positief tot uitdrukking gebracht
in een resolutie van de Veiligheidsraad. Een dergelijk Protocol zal voor de
internationale gemeenschap de leidraad bieden wanneer deze in de komende decennia
streeft naar geweldloze oplossing van gewapende conflicten. Anderzijds helpt
dit ons om onze aanhang te verbreden en de mensen in het algemeen kennis bij
te brengen over de mogelijkheden van geweldloze conflictoplossing. Hiervoor
is een 'Campagne voor de Bevordering van de Vrede' noodzakelijk, zowel op
nationaal als op internationaal niveau.
In september 2002 verzond het ECCP brieven naar 140 NGOs over de hele
wereld die belangstelling hebben voor conflictpreventie en vredesopbouw, om
hun inbreng en deelname te vragen. Het antwoord van veel organisaties was
hartverwarmend. Behalve heel wat organisaties hebben ook verscheidene (sub)regionale
NGO-netwerken de voorstellen besproken en aangegeven erbij betrokken te willen
worden, waarvan een aantal zelfs als initiatiefnemer of katalysator voor dit
programma in hun eigen regio. Wat de financiële kant betreft hebben diverse
regeringen uitdrukking gegeven aan hun intentie om het programma met geldmiddelen
te steunen. Dit is een veelbelovend begin. Het sterkt me in mijn overtuiging
dat deze inspanning nu duidelijk vaart krijgt.
Bron: Conflict Prevention Newsletter (van het European Platform for Conflict
Prevention and Transformation), december 2002. Paul van Tongeren is uitvoerend
directeur van het 'Europees Centrum voor Conflictpreventie' (ECCP), Postbus
14069, 3508 SC Utrecht; email: info@conflict-prevention.net; website: www.conflict-prevention.net
Bijlage - Brief van Kofi
Annan:
Aan: De heer Paul van Tongeren
Uitvoerend Directeur
Europees Centrum voor Conflictpreventie
Utrecht
31 mei 2002
Geachte Heer Van Tongeren,
Bedankt voor uw brief van 22 maart 2002, waarin u uitdrukking gaf aan de bereidheid
van het 'Europees Centrum voor Conflictpreventie' een belangrijke rol te willen
spelen bij het vervolg geven aan aanbeveling 27 van mijn rapport betreffende
de 'Preventie van Gewapende Conflicten'.
Ik ondersteun van ganser harte uw initiatief om regionale voorbereidingsbijeenkomsten
te organiseren die moeten leiden tot een internationale conferentie van lokale,
nationale en internationale niet-gouvernementele organisaties (NGOs)
op het gebied van de conflictpreventie. Ik begrijp dat het doel van deze bijeenkomsten
zal zijn de NGOs te helpen verder hun rol en toekomstige omgang met
de Verenigde Naties te bepalen. Dit is geheel in overeenstemming met mijn
rapport, dat benadrukt dat nationale betrokkenen de primaire verantwoordelijkheid
voor conflictpreventie dragen, waarbij wordt opgemerkt dat ook NGOs
en de civiele samenleving in dit opzicht een belangrijke rol hebben.
Het rapport concentreert zich op het positieve potentieel van een breed spectrum
van die NGOs welke betrokken zijn bij conflictpreventie. Het is daarom
belangrijk dat de bijeenkomsten die u voorstelt zo ruim omvattend en verscheiden
mogelijk zullen zijn. Ik verwelkom uw suggestie dat de conferentie een echt
participatieproces zou moeten zijn en vertrouw erop dat u actief een brede
geografische vertegenwoordiging zult aanmoedigen, evenals een gevoel van verantwoordelijkheid
bij de NGO's die zich op conflictpreventie richten. Ik zou er bij u ook op
willen aandringen te willen nadenken over de bijdragen die regionale organisaties
en verschillende instellingen van de Verenigde Naties aan het proces kunnen
leveren.
Uw initiatief komt op het juiste moment en draagt er in belangrijke mate aan
bij om de civiele samenleving te betrekken bij de taak van het ontwikkelen
van een cultuur voor het voorkomen van conflicten in de internationale gemeenschap.
Wanneer u aan dit belangrijke project begint, wens ik u veel succes.
Hoogachtend,
w.g. Kofi Annan.
(WEB200I.16)
|