OVERZICHT DOSSIERS


(WEB200I.15)


GEWELDLOZE STRIJD: ONDERGRAAF MACHTSBASIS DICTATOR! (I.15)


GEWELDLOZE STRIJD: 
ONDERGRAAF SADDAM’S MACHT EN ZET HEM AF 


Nu de regering-Bush zich tot doel gesteld heeft om het regime van Saddam Hussein via een oorlog omver te werpen, maar daar weinig steun voor krijgt, is de vraag actueel of er ook een andere mogelijkheid is. In een groot aantal situaties bleek massaal geweldloos verzet vanuit de bevolking zeer doeltreffend om dictators aan de kant te zetten. Bovendien vielen daarbij nauwelijks doden, werd het land niet geruïneerd en kregen democratische hervormingen meer kans.


Machtsbasis
Sommigen herinneren zich misschien nog de beelden van Ceaucescu, de wrede en gehate dictator van Roemenië. Hij sprak, december 1989, tienduizenden demonstranten toe en probeerde hen tot kalmte te manen. Maar ze zwegen niet meer en applaudisseerden niet meer op zijn bevel, als alle jaren daarvoor! Ze begonnen te joelen en schreeuwden: ‘moordenaar’. Van Ceaucescu bleef niet meer dan een klein, angstig kereltje over die probeerde weg te vluchten, opgepakt werd en doodgeschoten. Hoeveel macht je als tiran hebt hangt helemaal af van je machtsbasis. Als die scheuren gaat vertonen, en steeds verder afbrokkelt, dan kan geen enkele dictator zich staande houden.
In zijn 3-delige hoofdwerk ‘De Politiek van Geweldloze Actie’ (Boston, 1973) deed prof.Gene Sharp (Harvard Universiteit, USA) hier uitgebreid onderzoek naar en verschafte diverse oppositiegroepen in dictatoriale landen de strategie voor hun succes. Hij kwam tot de conclusie dat er een zekere mate aan steun van het volk aanwezig moet zijn om een dictatuur in stand te houden. Vanuit de bevolking, of delen daarvan, komen de ambtenaren, politie-agenten en militairen. Zij dragen en verdedigen het regime. Van belang hierbij is dat het regime greep houdt op het bestuursapparaat, op de natuurlijke hulpbronnen, het economisch systeem, media en communicatie-middelen, alsmede op het transportsysteem. Als de repressie, of de levensomstandigheden, te erbarmelijk of te knellend worden dan begint de bevolking zich steeds openlijker en massaler te roeren en zullen delen van het bestuursapparaat, van politie en leger, zich terughoudender gaan opstellen en minder bereidwillig zijn het bewind te steunen. Ook de geestelijkheid en het zakenleven gaan zich kritischer opstellen. De machtsbasis van de dictator wordt met de dag kleiner en in een aantal maanden, of soms slechts weken, stort het gehate regime volledig in. De eens zo ongenaakbare dictator zal proberen zo snel mogelijk het veld te ruimen.


Repressie
Niet dat het in elke situatie zo loopt, en meestal zal de oppositie tegen het regime een nietsontziende repressie te verduren krijgen, maar “hoe harder een dictator met zijn zwaard op de golven van de oceaan (‘de bevolking’) in slaat, des te sneller begeeft zijn arm (politie en leger) het”, drukte Gandhi het eens heel helder uit. Voorwaarde is wel dat de oppositie zich terdege traint en blijft vasthouden aan een geweldloze strategie. Zij moet geen bedreiging voor ambtenaren, politie en militairen zijn, die het vuile werk moeten opknappen en daar steeds grotere weerzin tegen krijgen. Geweld vanuit de oppositie daarentegen geeft het regime, inclusief politie en leger, een rechtvaardiging om hard op te treden tegen die ‘terroristen’. Niet zelden wordt dan ook door dictaturen of overheden geprobeerd geweld uit te lokken of via infiltranten geweld te laten plegen om de oppositie in diskrediet te brengen. Vastberaden en onwankelbare geweldloze strijd ondergraaft de pijlers van de macht van de dictatuur dan ook op een doeltreffende wijze en geeft meer garanties voor democratische hervormingen na de val van het regime. Dictators als Duvalier (Haïti, febr.1986), Marcos (Filippijnen, febr.1986), Pinochet (Chili, 1988), Zhikov (Bulgarije, nov.1989), Honnecker (Oost-Duitsland, nov.1989), Ceaucescu (dec.1989), Milosevic (Servië, okt.2000), om er maar enkele te noemen, konden zich niet staande houden toen hun volk massaal, en in overgrote mate geweldloos, in verzet kwam.


Geweldloos weerbare bevolking
Wat had in de afgelopen 12 jaar allemaal niet bereikt kunnen worden als ook door de politiek overtuigender gewerkt was aan vrede in het Midden-Oosten op basis van een geweldloze conflictaanpak? Wat als, in overleg met alle Arabische landen, een CVSE (Conferentie voor Veiligheid en Samenwerking) in het Midden-Oosten tot stand gebracht was, zoals in 1990 voorgesteld werd door Gorbatsjov, Koning Hussein, Kohl, Mitterand en Mubarak? Wat als, zoals de internationale geweldloze beweging toen al voorstelde, er een permanent bureau ingesteld was voor het coördineren van constructieve voorstellen van conflictoplossing, bemiddeling en het opzetten van geweldloze vredesbrigades in VN-verband in het Midden-Oosten? Wat als onder meer de inwoners van die landen zich bekwaamd hadden in democratiseringsprocessen en in vormen van geweldloze weerbaarheid? Voor een minuscule fractie van de budgetten van de geldverslindende dagelijkse vluchten boven de ‘no-fly-zones’ van Noord- en Zuid-Irak hadden miljoenen handboeken en instructie-brochures hierover aan de Irakese volk ter beschikking gesteld kunnen worden. Een dergelijke aanpak vraagt echter een ander denken, dan het overheersende zich blindstaren op militair geweld. Daardoor wordt de mensheid in de greep van oorlog en terrorisme gehouden, terwijl een gigantisch potentieel aan mogelijkheden ongebruikt gelaten wordt.
Voorjaar 2002 ergerde een Irakese oppositieleider zich eraan dat de regering Bush alle militaire strategieën overwoog om het regime weg te krijgen, zonder zich te realiseren dat “22 miljoen Irakezen walgen van Saddam Hussein” en dat zij een groot potentieel vormen om hem de controle over het land te ontnemen. Het wordt de hoogste tijd dat we ook op het gebied van politiek conflictmanagement democratische processen gaan invoeren en benutten, in plaats van star vast te blijven houden aan methoden die kenmerkend zijn voor een dictatuur. Oorlog als ‘voortzetting van de politiek met andere middelen’ zou voor een beschaafde wereld niet meer aanvaardbaar dienen te zijn. Laten we dezelfde middelen gaan gebruiken waarop we in onze democratieën zo trots zijn.


Geen oorlog maar democratisering
Het geloof dat macht niet aan dictators ontnomen kan worden zolang ze hun superieure militaire apparaat gebruiken is onjuist. De dictators die door geweldloze bewegingen ten val zijn gebracht hadden er geen moeite mee leiders van de oppositie te vermoorden en meedogenloos op te treden. Maar juist hierdoor kwamen zij steeds meer alleen te staan, omdat het onderdrukkende en gruwelijke geweld gericht was tegen vreedzame burgers die uitermate redelijke veranderingen wilden. De moker van de repressie trof niet de moker van een gewelddadige oppositie, maar een rubberen bal van vreedzaam verzet die de moker als een boemerang deed terugslaan op de troon van de tiran. Het zal duidelijk zijn dat geweldloze bewegingen tot het uiterste beproefd worden, maar dat ingrijpende veranderingen ten goede de winst van het verzet, en van de gehele samenleving, vormen.
In een artikel in het Amerikaanse blad Sojourners (sept.-okt.2002) concludeerden de schrijvers dan ook terecht: “Regimes die geen probleem hadden met wreed optreden tegen oppositie, zijn toch verdreven. Hoe? Door eerst te laten zien dat oppositie mogelijk is en door het regime de laatste restjes binnen- en buitenlandse steun te ontnemen. Door zijn legitimiteit te verwerpen, door de kosten van de onderdrukking op te jagen en door het repressieapparaat te overvragen. Strategische geweldloze actie is geen kwestie van aardig zijn tegen de onderdrukker, maar van de pijlers van zijn macht afbreken en hem wegjagen. Het is mogelijk in Irak.”
Nu de ogen van de wereld op Irak gericht zijn is de mogelijkheid om gesprekken over democratisering tot doel te stellen, bijvoorbeeld binnen een af te spreken termijn van een maand, gunstiger dan ooit. De invloedrijke kroonprins Abdoellah van Saoedi-Arabië heeft de Arabische leiders inmiddels al opgeroepen om de bevolking meer invloed te geven, zo viel begin februari in de New York Times te lezen. Eind januari belegde hij een bijeenkomst met 36 liberale en islamitische denkers. Dit resulteerde in een opiniestuk dat door 104 Saoedische intellectuelen ondertekend werd. Verkiezingen voor provinciale raden en voor een gekozen parlement zijn het einddoel van een ingrijpend democratiseringsproces dat in de komende jaren zou dienen plaats te vinden. ‘Dit is de manier om terrorisme en de slechteriken écht te bestrijden,’ aldus een van de ondertekenaars.
Het onbeschrijfbare leed van oorlog, de stromen vluchtelingen, de aangerichte ravage, alsmede de te voorziene vergelding via terroristische aanslagen kan voorkomen worden. De 100 miljard die de VN voorziet voor de wederopbouw van Irak, na militaire verwoesting, kan dan ook heel wat beter aangewend worden.


Wim Robben, historicus. Werkzaam als voorlichter/trainer bij de Stichting voor Actieve Geweldloosheid (Zwolle).
----------------------------
Ter informatie:
* Gene Sharp ‘The politics of Nonviolent Action’, Porter Sargent Publishers, Boston – 1973.
* Richard Deats: ‘De mondiale verspreiding van aktieve geweldloosheid; de grote politieke omwentelingen sinds 1986’; SVAG, Postbus 137, 8000 AC Zwolle – 1998.
* ‘With weapons of the will; how to topple Saddam Hussein nonviolently’ in Sojourners, sept.-okt.2002 (www.sojo.net) van P.Ackerman (voorzitter van de Fletcher School of Law and Diplomacy) en J.DuVall (directeur van het International Center on Nonviolent Conflict).200I.15

 

(WEB200I.15)