KRACHT (G.04) (WEB200G.04)
DE KRACHT VAN DE GEWELDLOZE
STRIJD
'Goedenavond, bevrijd
Servië.' Dit waren de eerste woorden die Vojislav Kostunica in oktober
2000 op de Servische televisie sprak in de nacht dat het Servische parlement
bestormd werd en Slobodan Milosevic uit zijn ambt werd verdreven. De beelden
van de beginnende brand in het Servische parlement riepen visioenen op van
een revolutie in oude stijl zoals de bestorming van de Bastille in 1789 en
die van het Winter Paleis in 1917. Maar achter deze indrukwekkende beelden
lag een heel andere realiteit: de ontvouwing van een ander, vreedzamer revolutiemodel
gebaseerd op de kracht van de geweldloze strijd.
Nieuw
heroïsch voorbeeld
De Servische 'oktoberrevolutie' voegt opnieuw een heroïsch voorbeeld
toe aan de serie hedendaagse conflicten die dit model illustreren waarbij
repressieve regiems over de hele wereld uitgedaagd worden en van het politieke
toneel verdwijnen. Wanneer men vroeger het woord 'geweldloosheid' uitsprak,
werden vooral personen als Gandhi, Martin Luther King of de Dalai Lama ten
voorbeeld gesteld. Maar dat is niet langer het geval. De laatste vijftien
jaar zijn repressieve regiems ingestort of hervormd onder druk van het overwegend
geweldloze verzet van volkeren over de hele wereld, van Polen, de Baltische
Staten, Oost-Duitsland, Tsjechoslowakije en de Sovjet Unie tot aan Zuid-Afrika
en Madagaskar; van Argentini‘ en Chili tot aan de Filippijnen, Thailand, Mongoli‘
en Indonesië. Natuurlijk vindt elke revolutie plaats in zijn eigen context
en er is niet één enkele factor die het slagen of mislukken
ervan bepaalt. Maar het valt niet te ontkennen dat de geweldloze strijd centraal
stond bij vele van de meest recente diepgaande dramatische veranderingen in
het politieke landschap op deze wereld.
Eenvoudig
principe
In politieke termen berust geweldloze strijd op een erg eenvoudig principe:
mensen doen niet altijd wat ze geacht worden te doen en soms doen ze dingen
die hun verboden is. Burgers kunnen ongehoorzaam zijn aan de wetten waar ze
het niet mee eens zijn. Arbeiders kunnen het werk neerleggen. De bureaucratie
kan weigeren zijn medewerking te verlenen. Soldaten en politie kunnen nalatig
worden bij het uitoefenen van repressie; ze kunnen zelfs aan het muiten slaan.
Alles tezamen kunnen deze acties de heersers van de essenti‘le hulpmiddelen
afsnijden en hun de samenwerking ontzeggen, die ze nodig hebben om hun positie
en hun repressie te handhaven.
Strijdmiddel
Geweldloze actie is letterlijk: actie die geweldloos is. Het is niet de afwezigheid
van actie en het is ook niet een poging om een conflict te vermijden of te
ontkennen. Het is juist een techniek om machtsrelaties te veranderen. In dat
verband kan geweldloze actie gezien worden als een strijdmiddel; als een soort
'oorlog zonder geweld'. Het houdt een confrontatie van strijdkrachten in en
het leveren van 'veldslagen'; het vereist een weloverwogen strategie en tactiek,
maakt gebruik van talloze geweldloze 'wapens' en vereist van zijn 'strijders'
moed, discipline en offers. (1) Geweldloze actie heeft weinig van doen met
pacifisme. Het is ook niet identiek aan religieuze of filosofische systemen
die geweldloosheid benadrukken als moreel principe. Geweldloze actie is vaak
toegepast en ingezet door degenen die het als een effectief actiemiddel zagen.
Dat wil niet zeggen dat een ethische verplichting tot geweldloosheid niet
belangrijk is. Veelal blijkt dat juist van groot belang te zijn om de strijd
vol te houden. Maar het gaat er meer om dat allerlei motieven mensen ertoe
brengen aan de geweldloze strijd te gaan deelnemen, waardoor brede lagen van
de bevolking erbij betrokken kunnen worden en niet alleen degenen die hetzelfde
geloof delen. Gedisciplineerd vasthouden aan geweldloze methoden tegenover
een meedogenloze opponent brengt op zichzelf al een 'morele' kracht voort.
Tegenmacht
ontwikkelen
De uitoefening van politieke macht vereist de medewerking van een groot aantal
personen en organisaties. Het is geen proces dat zichzelf op gang houdt. Zelfs
dictatoriale regiems streven, ondanks hun verlangen om een beeld van almogendheid
te tonen, naar consensus en naar de medewerking van hen over wie ze heersen.
Zulke regiems hebben veel meer profijt van degenen die vrijwillig meewerken
dan van hen die daartoe gedwongen worden. Voortdurend te moeten heersen met
behulp van dwang is uiterst duur en inefficiënt. Geweld en terreur worden
dus gebruikt om patronen van gehoorzaamheid te vestigen en te versterken.
Juist deze relationele dimensie van de politieke macht geeft geweldloze strijd
zoÕn kracht: strategieën en methoden van geweldloos verzet passen goed
bij het beperken van de mate aan samenwerking en van de consensus die een
regiem nodig heeft om zich te handhaven. Geweldloze strijd gebruikt talloze
methoden die in conflicten als machtsinstrument dienen. Stakingen, boycots,
ongehoorzaamheidscampagnes, het oprichten van parallelle instituties, burgerlijke
ongehoorzaamheid en dergelijke zijn acties die voor sommige conflictpartijen
kosten veroorzaken en daarmee bijdragen aan een verandering in de relatieve
macht van de strijdende partijen.
(2) Bijna 200 verschillende geweldloze methoden zijn in drie omvattende categorieën
ingedeeld: methoden van protest en overreding; vormen van sociale, economische
en politieke niet-samenwerking; geweldloze interventies. (3) Geweldloze methoden
worden gebruikt om sociale, economische en politiek macht te mobiliseren om
specifieke doeleinden na te streven. Maar wat is de relatie tussen het gebruik
van geweldloze methoden en de gewenste uitkomst? Hoe worden groepsdoeleinden
bereikt? Door specifieke veranderingsmechanismen. Sommige vormen van deze
techniek, met name de symbolische methoden, kunnen ingezet worden bij pogingen
om een tegenstander te bekeren of diens aanpassing te bewerkstelligen, andere
kunnen daarentegen ten doel hebben een tegenstander tegen zijn wil iets af
te dwingen of zelfs een regiem waartegen men zich verzet uiteen te doen vallen.
(4) Het is cruciaal voor leiders van geweldloze bewegingen om duidelijk te
hebben welke veranderingsmechanismen ze willen gebruiken en hierbij de meest
geschikte geweldloze methoden te zoeken.
Zwakke
plekken
Hoewel het vaak lijkt dat dictatoriale regiems stevig in het zadel zitten,
hebben ze allemaal hun zwakke plekken: de samenwerking kan worden opgezegd,
het ontstaan van routines maakt ze minder in staat zich aan nieuwe situaties
aan te passen, ondergeschikten kunnen onjuiste informatie verschaffen uit
angst dat die anders hun superieuren niet bevalt, de ideologische samenhang
kan instabiel worden, buitensporige controle en bureaucratie kan leiden tot
ineffici‘nties en stagnatie, interne rivaliteiten kunnen het systeem uiteen
doen vallen, delen van politie of strijdkrachten kunnen proberen hun eigen
doeleinden te bereiken. In de loop van de tijd neigen deze zwaktes ertoe zulke
regiems minder effectief te maken en kwetsbaarder voor de veranderende omstandigheden
en voor doelbewust verzet. Hoe ambitieuzer een regiem, des te meer samenwerking
van het volk nodig is. Geweldloze strijd kan zich gaan richten op deze 'scheuren
in het beton'. Er is natuurlijk geen op zichzelf staande strategie om geweldloze
bewegingen tot succes te brengen. Geweldloze verzetsgroepen binden de strijd
aan met een tegenstander op verschillende niveaus en passen een reeks van
sancties toe, waarbij beide partijen proberen de kosten van de ander te doen
oplopen. Voor zulke conflicten is meer nodig dan alleen maar een groep bereidwillige
activisten. Ze vereisen een omvattend geheel aan hulpmiddelen, organisatie,
discipline, offervaardigheid, politiek inbeeldingsvermogen en een doordachte
strategie.
Onderliggende
principes
Maar welke principes liggen hier nu aan ten grondslag? Ik wil op basis van
een aantal recente conflicten, waarin een samenhang van geweldloze strijdmethoden
werd gebruikt, vier essentiële principes naar voren halen.
1) Ontwikkel organisatorische
kracht Geweldloze strijd is in hoge mate een groepsconflict. Het vereist een
infrastructuur waarmee het verzet bepaald kan worden en kan worden ondersteund.
Nieuwe groepen moeten worden opgezet of bestaande groepen moeten veranderd
worden in effectieve strijdorganisaties. Groepen moeten zich van de juiste
materi‘le middelen voorzien en ze moeten ervoor zorgen dat deze verspreid
worden om het verzet te steunen en om degenen die zich verzetten het gevoel
te geven dat ze erbij horen en dat men elkaar steunt. Geweldloze strijd vereist
een aanzienlijke investering in de opbouw van autonome organisaties in het
land waar de strijd plaatsvindt.
Servië
De mobilisatie van 5 oktober om Milosevic te verdrijven was niet zomaar een
spontane gebeurtenis. Hoewel veel factoren samenkwamen, was de grootschalige
organisatorische inspanning van de studentenorganisatie 'Otpor' ('Verzet')
een sleutelelement. Otpor was eind 1998 opgericht door oud-deelnemers aan
de protesten van 1996 en het werd al snel de leidende verzetsorganisatie in
Servië. Deels een beweging, deels een maatschappelijke vereniging, organiseerde
en trainde Otpor meer dan 70.000 leden in 130 afdelingen in heel Servië
om het regiem openlijk uit te dagen. Otpor verschafte de organisatorische
structuur en gaf uiting aan de opgekropte frustraties van de Servische jongeren
die het gevoel hadden dat hun een 'normaal leven' ontzegd werd. Otpor trainde
leden in de theorie en methoden van het geweldloze verzet. Het zette 'train
de trainer'-werksessies op, die zelf weer nieuwe dergelijke werksessies organiseerden.
Het ontwikkelde een horizontaal leiderschapsmodel, zodat de organisatie niet
zou instorten als een leider werd opgepakt of als bleek dat op een bepaalde
plek iemand van het regiem neergezet was. Het ontwikkelde zijn eigen 'Otpor
Gebruikershandleiding' als gids voor nieuwelingen. Het leerde de leden hoe
ze hun woede en angst in bedwang konden houden, wanneer ze met het geweld
van het regiem geconfronteerd werden. De leden van de organisatie toonden
moed en verzet om de geïntimideerde Servische bevolking te mobiliseren.
Zuid-Afrika
en de Baltische Staten
In de jaren zeventig en het begin van de jaren tachtig werden in Zuid-Afrika
in de zwarte woonsteden eveneens zulke basisorganisaties voor de bevolking
opgezet. Deze werden meestal 'civics' genoemd. Hoewel ze zich primair richtten
op kwesties van plaatselijk belang, verschaften ze de basisinfrastructuur
voor de beslissende massale geweldloze 'opstand' die in het midden van de
jaren tachtig tegen het apartheidsregiem uitbrak. In de Baltische staten Estland,
Letland en Litouwen verschaften onafhankelijke milieu-organisaties voor een
deel de eerste organisatorische structuur voor de opkomende onafhankelijkheidsbewegingen
in het midden van de jaren tachtig. Later namen Baltische onafhankelijkheidsactivisten
het heft in handen. Ze namen hele afdelingen van de bestaande Communistische
Partij over en veranderden ze in geweldloze verzetsorganisaties.
2) Formuleer
functionele doeleinden
Doeleinden in de strijd moeten goed gekozen, afgebakend en begrepen worden
door hen die in het geweldloze verzet actief zijn. Te vaak geven geweldloze
strijdgroepen hun doelen in de meest abstracte termen aan. Terwijl een groep
als hoogste doel zoiets als 'vrijheid' kan nastreven, hebben de verzetsmensen
tussengelegen, realiseerbare doeleinden nodig, waarop ze hun inspanningen
kunnen richten en hun hulpbronnen kunnen kanaliseren. In Polen, bijvoorbeeld,
verschafte het doel om de onafhankelijke vakbond Solidariteit op te richten
het benodigde zwaartepunt en de structuur van de beweging tegen het communistische
bestuur. Tussendoeleinden die niet openlijk politiek zijn, zoals de verbetering
van de lokale voedsel- en watervoorziening, de publieke gezondheidszorg en
zelfs het oprichten van verenigingen en sportclubs, zijn vaak nodig om de
energie te kanaliseren en vertrouwen te wekken.
3) Zorg
voor invloedrijke bondgenoten
Invloedrijke bondgenoten kunnen kritische steun verschaffen aan geweldloze
strijdbewegingen. Internationale bondgenoten kunnen helpen de benodigde druk
op een tegenstander uit te oefenen, hoewel een groep zich moet hoeden voor
strijdige belangen. Intern kunnen geweldloze strijdgroepen zelfs meer baat
hebben bij vrienden en bondgenoten op minder verwachte plaatsen: personen
en sectoren die normaliter met de tegenstander verbonden zijn. Een tegenstander
vervreemden van de bases waarvan hij steun verwacht, en breuken uitlokken
onder de elites van het regiem (en deze uitbuiten) kan voor een geweldloze
aanpak een behoorlijke ondersteuning zijn. Op de Filippijnen ontvingen democratische
groepen financiële en materi‘le steun van grote zakenlieden die zich
vroeger met het Marcos-regiem verbonden hadden, maar zich nu afkeerden van
de omvangrijke corruptie en het gesloten patronagesysteem. Tijdens het laatste
stadium van de strijd in Litouwen gaf een organisatie van voormalige Sovjetofficieren,
die in Rusland gelegerd waren, een onafhankelijk rapport uit over het brute
optreden van de Sovjettroepen tegen de Litouwse burgers. Hiermee werd de Sovjetpropaganda
ondermijnd. Bovendien droeg dit ertoe bij dat hele segmenten van de Litouwse
Communistische Partij (leiders en functionarissen) hun vertrouwen gaven aan
de krachten die naar onafhankelijkheid streefden. Soms leidt het proces van
de geweldloze strijd zelf er juist toe dat bondgenoten en steunbases van het
regiem zich anders gaan opstellen. In Zuid-Afrika, bijvoorbeeld, bemiddelde
de in raciaal opzicht blanke Kamer van Koophandel van Port Elizabeth bij de
apartheidsregering om zwarte politiek leiders vrij te laten en zwarte organisaties
te legaliseren, na massale zwarte consumentenboycots die tot het bankroet
van talloze bedrijven van blanken leidden.
4) Breid
het repertoire aan methoden uit
Het gevaar is groot dat geweldloze strijdgroepen zich beperken tot een of
twee actiemethoden waarmee ze vertrouwd zijn. Als dezelfde methoden constant
herhaald worden, zal dit ertoe leiden dat de deelnemers hun inspiratie verliezen,
terwijl het voor het regiem ook gemakkelijker is erop te reageren. Een enkele
methode geeft nauwelijks voldoende kracht om veranderingen teweeg te brengen.
Een beperkte reeks methoden vermindert de mogelijkheid dat de activisten ze
opnieuw kunnen toepassen op verschillende plaatsen en in verschillende omstandigheden.
Nog belangrijker is dat een verlies, bij een beperkte inzet van middelen,
al gauw als een totale nederlaag wordt gezien, als de mensen menen dat het
succes of falen van een strijd van zoÕn beperkte reeks methoden (zoals demonstraties
op straat) afhankelijk is. In de Baltische staten werden niet alleen straatprotesten
gebruikt, maar ook waren er indrukwekkende liederenfestivals die de culturele
en nationale identiteit versterkten en bevestigden. In Zuid-Afrika werden
economische acties gebruikt zoals consumentenboycots, huurstakingen, langzaam-aan-acties
en afwezigheidsacties naast burgerlijke ongehoorzaamheid en massabijeenkomsten.
In Polen, en tijdens de eerste Palestijnse Intifada die veel meer geweldloze
elementen bevatte dan de huidige 'tweede' Intifada , waren er alternatieve
instellingen zoals ondergronds onderwijs en een ondergrondse pers naast stakingen
en demonstraties.
Conclusie
Wat de strijd van de Tibetanen betreft dien gezegt te worden dat zij tijdens
de afgelopen vijftig jaar met geweldloos verzet veel ervaring opgedaan. Aanhoudende
verzetsacties blijven de wereld zeggen dat het huidige regiem legitimiteit
bij het Tibetaanse volk ontbeert. Het is duidelijk dat zulk verzet enorme
kosten met zich meebrengt. Daar bestaat geen illusie over: een dictatuur zal
met herhaling op brute wijze optreden om gehoorzaamheid aan het regime te
handhaven. In Tibet en elders over de hele wereld zijn zij die zich geweldloos
verzetten vaak degenen die de kosten dragen. Ze moeten geëerd worden
en hun voorbeeld moet bekend worden gemaakt. Het is een valkuil als je concludeert
dat de onderdrukking van geweldloze verzetscampagnes in het verleden betekent
dat in de toekomst krachtiger vormen van geweldloze strijd onmogelijk zijn.
In Zuid-Afrika werd de over het geheel geweldloze Ongehoorzaamheidscampagne
en de Handvestbeweging van de jaren vijftig door het apartheidsregime verpletterd.
Het bloedbad in Sharpeville leidde ertoe dat het ANC van strategie veranderde
en dat het overging tot een gewelddadige strijd, die gevoerd werd door degenen
die in ballingschap waren. Maar het was de wederopstanding van de binnenlandse
massa en de burgerlijke organisaties die in de jaren tachtig een geweldloze
opstand nastreefden Ð ondersteund door economische sancties Ð die de grootste
bijdrage leverde aan de instorting van het apartheidsregiem. Geweldloze strijd
vereist een organisatorische basis om het vol te houden. Het zou het Tibetaanse
volk goede diensten bewijzen, als mensen die hen van buitenaf steunen zouden
kunnen helpen bij de verhoging van het niveau van de hulpmiddelen ten behoeve
van Tibetaanse sociale, culturele en economische instellingen binnen de zwaar
op de proef gestelde natie. Tezelfdertijd wordt met de verdere ontwikkeling
van zoÕn infrastructuur Ð in de eerste plaats die van autonome sociale netwerken,
zowel formeel als informeel van aard Ð veel meer bereikt dan dat alleen maar
het potentiële verzet versterkt wordt. Sociale organisatie en geweldloze
actie stelt mensen in staat om meer controle over hun leven te krijgen en
helpt bij het leggen van een basis voor een duurzame, vreedzamer en dynamische
burgerlijke samenleving
Bruce Jenkins*
*Bruce Jenkins werkt voor het
Albert Einstein Instituut (Boston, USA), dat zich richt op onderzoek naar
conflicthantering en werd opgericht door prof. Gene Sharp. Bruce Jenkins hield
deze inleiding, die voor publicatie in Geweldloos Actief enigszins aangepast
werd, tijdens het Tibet Manifest 2000, Amsterdam, 10 december 2000.
Noten:
(1) Gene Sharp, met medewerking van Bruce Jenkins, 'Civilian-Based Defense'
(Princeton, NJ: Princeton Press, 1990), pag.37.
(2) Zie: Peter Ackerman en Christopher Kruegler, 'Strategic Nonviolent Conflict:
the dynamics of people power in the twentieth century' (Westport, CT en Londen:
Preager, 1994), pag.4.
(3) Zie: Gene Sharp, 'The Politics of Nonviolent Action', vol.2: 'The methods
of nonviolent action.' (Boston: Porter Sargent, 1973).
(4) Zie: Sharp, 'The Politics of Nonviolent Action', pag.703-776; en: Sharp,
'Civilian-Based Defense', pag.60-64.
Gepubliceerd in:
Kwartaalblad Geweldloos Actief, Postbus
WEB200G 04
|