Schoolproject “GEWELDLOOS DE STERKSTE” (M.08)
“Mijn motto is: de jeugd deugt,” zegt Jacques van Gerven die al ruim dertig jaar werkzaam is in het voortgezet onderwijs. Sinds een aantal jaren is hij locatieleider van een van de scholen van Scholengemeenschap Were Di (VMBO, HAVO, VWO) in Valkenswaard. De moord op conrector Hans van Wieren, januari 2004 op het Terra College in Den Haag door een 16-jarige leerling, schokte hem zozeer dat hij in actie kwam. Niet om het zoveelste protest tegen zinloos geweld te laten horen, maar om jongeren met een positief ideaal bezig te laten zijn: “Geweldloos de Sterkste!”. Een bevlogen man met beide voeten stevig op de grond die weet waar hij over praat. Wim Robben sprak met hem.
Aanpak
Het is mijn ervaring dat jongeren aanspreekbaar zijn, dat ze te motiveren zijn en enthousiast te maken. Maar je moet ze er wel persoonlijk bij betrekken en je moet ze aanspreken op hun gedrag. Dat willen ze ook, merk ik wel, ook bij dit project. Daarom zeg ik vaak dat wat we niet moeten doen is met het belerende vingertje komen. Niet van “jongens doe dit of dat nou niet want dat is slecht”, maar we moeten ze actief betrekken bij de dingen die je doet in het kader van zinloos geweld en geweldloosheid, of zoals jij het zo mooi noemt: een vreedzame, respectvolle en veilige samenleving.
Maar dit zijn grote onderwerpen en daarom mag het ook geen actie zijn die even duurt en dan weer voorbij is, want dan blijft er niks hangen. En het moet iets zijn waarbij ze zelf producten maken. Iets wat ze in handen hebben, wat ze kunnen aanraken en voelen of horen, zodat ze kunnen zien “ik ben bezig geweest met het thema zinloos geweld”. Dan blijkt dat ze enthousiast zijn en dingen willen doen. Daarom is het project ook gestart met het maken van een CD. Twaalf Nederlandstalige liedjes gezongen door ongeveer 40 leerlingen van onze school en enkele leerkrachten. De teksten gaan over thema’s als geweld, geweldloosheid en veiligheid. In juni 2004 hebben we de CD aangebonden aan Mw.May-Weggen (Comm. Van de Koningin in Brabant), aan drie Tweede Kamerleden en aan Jan Kloppenburg, de vader van Joes die in Amsterdam (in 1996) om het leven kwam toen hij het opnam voor een zwerver die door een paar mannen in elkaar getrapt werd.
We willen met ons project namelijk ook de politiek bereiken en er landelijke bekendheid aan geven. Bovendien hebben we de CD naar alle middelbare scholen in Nederland gestuurd. Maar zeker zo belangrijk is dat ook alle 2500 leerlingen van onze scholengemeenschap die CD gekregen hebben. Die wordt thuis gedraaid en er wordt over gesproken. Dan willen ze mee doen, want het is van henzelf! En dat is waar het om gaat: het moet ‘eigenaarschap’ worden. Want het overtuigen van mensen is heel erg moeilijk; dat gaat bijna niet. Als mensen zeggen “het is mijn ding; ik ben eigenaar van het thema” dan zullen ze er volgens mij ook iets mee doen; dan gaat het voor ze leven.
Tegenwicht
Via dit project hopen we ook onze leerlingen op een andere manier naar elkaar en naar de samenleving te laten kijken. Want via de media worden ze blootgesteld aan veel agressie en geweld. Ze komen daardoor ook in aanraking met dingen waar ze gewoon nog niet aan toe zijn. Ze kunnen ongelimiteerd op het internet terecht en er zijn massa’s computerspellen die puur op agressie gericht zijn. Neem bijvoorbeeld zo’n spel waarbij het er om gaat zoveel mogelijk mensen omver te rijden; daar krijg je punten voor. Wat voor mentaliteit zit daar achter, om dat tot een ‘spel’ te maken; tot iets van plezier en vermaak? Dit wordt door volwassenen en grote ondernemingen in de markt gezet. Het is allemaal zo destructief en wij accepteren alles maar. En dan heb ik het nog niet over het hersenonderzoek van de afgelopen tien jaar. Daarin is vast komen staan dat onze hersenen zich aanpassen aan wat we binnen krijgen aan indrukken en ervaringen. Dus er vindt een vervorming, of beter gezegd ‘misvorming’, plaats in onze hersenen. Die raken steeds meer afgestemd op agressie en geweld en zo wordt ons denken en handelen beïnvloed. En om dit soort geweldsproducten te kunnen blijven verkopen moet de heftigheid en de gruwelijkheid steeds verder opgevoerd worden om er nog een kick van te krijgen. Dit is een zorgelijke ontwikkeling die vroeger nauwelijks speelde. Ik ben het dan ook helemaal eens met jullie voorstel om hier grenzen in aan te geven en daarover tot internationale afspraken te komen.
Directe behoeftebevrediging
Een ander punt van zorg is ook dat het individualisme steeds meer toeneemt: het op zichzelf en de eigen wensen gericht zijn. Kinderen krijgen een directe behoeftebevrediging in bijna alles. Er zijn ook bijna geen grenzen meer. Wij zijn nog van de generatie van het snoep-trommeltje uit de vastentijd dat met Pasen open ging, en van zaterdagmiddag in de teil in bad en dan wachten op je beurt en hopen dat je niet de vierde was want dan had je lauw en troebel water. Maar de jeugd van tegenwoordig heeft veel geld en vaak ook veel schuld en wat de behoeftebevrediging betreft hoeven ze niets uit te stellen. Er is een nieuw gsm-metje en ze kopen het. En het kind in de supermarkt gaat op de grond liggen schreeuwen en dwingt zo af wat het wil hebben. Dat is natuurlijk niet bij iedereen zo, maar vaak komt het wel voor.
En dan hebben we natuurlijk ook het kleine poldermodel in het gezin, waarin pappa en mamma al met hun kinderen van 6 of 7 gaan overleggen waar ze op vakantie willen. Niet dat het verkeerd is om met elkaars wensen rekening te houden, maar het draait al snel om de wensen van de kinderen. En als ze wat ouder zijn zitten ze boven op hun kamer en besluiten ze zelf wat voor tv-programma, computerspel of internetsite ze willen kiezen en dat mondt dan uit in: je hoeft niet meer te overleggen over wat ik wil. Nee, ik dóe wat ik wil, ik koop wat ik wil en dat vertaalt zich later in ‘ik haal dus ook mijn gelijk’ en als ik op straat mijn gelijk niet direct krijg dan zal ik het hálen!
Dit is een ontwikkeling die zich steeds meer doorzet. De sociale cohesie wordt daardoor ook steeds minder. In het verenigingsleven zie je dat ook. Ik ben regisseur en heb wel eens jongenlui die lid willen worden en dan zeg ik “we repeteren op dinsdag” en dan zeggen ze: “toch niet elke dinsdag hè?” Ja, zeg ik dan, elke dinsdag. Maar ze willen het vluchtig, ze willen afgeronde dingen hebben, het moet niet te lang duren. Dus die snelle behoefte-bevrediging zit er bij velen al van jongs af in en dat vertaalt zich helaas wel eens bij sommigen dat ze hun eigen grens willen bepalen en dan over grenzen heengaan. En als je dan onder invloed van alcohol en drugs bent dan ben je jezelf kwijt en dan gebeuren er dingen die eigenlijk niemand wil. Want laten we de invloed van alcohol en drugs niet vergeten. Als die er niet zouden zijn dan was het aantal geweldsdelicten drastisch minder. Ook daar moeten we aandacht aan blijven besteden, want als je het over zinloos geweld hebt dan is dat onlosmake-lijk verbonden met alcohol en drugs. En ook dit heeft met keuzes te maken, en dat je bij de consequenties daarvan stilstaat. Want dit laatste is ook iets wat nieuw is: jongeren leven in een wereld waarin ze veel meer keuzes kunnen maken dan voorheen; er is meer mogelijk en ze kunnen het vaak ook betalen. En dus gaat het er ook om dat ze dit gaan doorzien en dat ze zich niet mee laten slepen in het vele destructieve en negatieve dat ze onder andere via de media en de reclame voorgeschoteld wordt; dat ze zichzelf en anderen niet in de problemen brengen en dat ze kiezen voor het betere in henzelf. Daar wil ik met dit project aan bijdragen.
Materiaal
Zoals ik al zei gaat het er om iets tastbaars in handen te hebben. Zo kwamen een paar leerlingen bij me met “mogen wij een T-shirt ontwerpen en wil jij dat dan betalen?” Ja natuurlijk, dat doe ik, want ik heb wat sponsors gevonden waardoor dit ook allemaal mogelijk is. Daarom hebben we ook die CD kunnen maken, en een videoclip daarvoor die overal te zien is geweest en ook op de website (webquest) van het project staat. We hebben wenskaarten gemaakt, polsbandjes, een kwartet, legpuzzels, een beeld, een expositie en een toneelstuk. Er is een zanggroep en een dansgroep ontstaan waarmee we in het land concerten geven. De vader van Joes Kloppenburg is al een paar keer hier op school geweest om met onze leerlingen te praten over het voorkomen van zinloos geweld.
Om het project zo breed mogelijk uit te dragen zijn we naar de NOT (Nationale Onderwijs-tentoonstelling) geweest, naar de Tweede Kamer en naar het Europees Parlement. Op de NOT (voorjaar 2005) hebben we Minister Maria van der Hoeven en Prins Constantijn materiaal gegeven. Bij ons bezoek aan de Tweede Kamer spraken we onder andere met Mw. Clemence Cornielje, toen voorzitter van de Commissie Onderwijs, en hebben we haar gevraagd geld voor dit soort projecten beschikbaar te stellen. Kijk, op zich is het erg leuk om miljoenen foldertjes te verspreiden met “Wees aardig voor elkaar”, en nou chargeer ik het een beetje, maar de leerlingen krijgen die, frommelen ze op en gooien ze weg. Als je echt iets wilt bereiken zorg dan dat scholen geld krijgen om leerlingen actief iets te laten doen. Het is veel beter om elke school een potje met een paar duizend euro te geven en te zeggen “doe hier een actie mee waar je veel leerlingen bij betrekt” dan dat je ze overstelpt met informatie.
Bij ons bezoek aan het Europees Parlement hebben we bijvoorbeeld gevraagd geld beschik-baar te stellen om via concerten in andere landen aandacht voor “Geweldloos de Sterkste” te vragen, want het zou prachtig zijn als zo’n project op steeds meer scholen overgenomen wordt.
Estafetteproject
Wat dit laatste betreft is dit ook een van onze doelen, dat elk jaar een andere school het project voortzet en nieuwe initiatieven opstart, maar dat is nog niet echt gelukt. We hebben veel scholen benaderd, maar men schrikt terug voor de hoeveelheid werk, en dat ligt ook wel aan ons, omdat we zelf al zoveel in gang hebben gezet. Maar er is nu wel een grote scholen-gemeenschap, hier in de buurt, die het project volgend jaar gaat overnemen. En er is een school in Amsterdam die ermee aan de gang wil, dus daar ben ik wel blij mee.
Bijzonder is wel dat de eerste school die het project overgenomen heeft uit Denemarken komt. In het voorjaar van 2006 zijn we met hen in contact gekomen en in september gingen we met 40 leerlingen en enkele docenten naar hen toe. We hebben daar, samen met hun leerlingen, een aantal workshops gehouden rond het project en de presentatie van typisch Nederlandse zaken als een mini-Koninginnedag, de Deltawerken op maquette, beschuit met muisjes, het homohuwelijk en het drugsbeleid. De werkweek werd afgesloten met een theateravond waaraan iedereen had meegewerkt. Maart j.l. is een groep Deense leerlingen en docenten, van die school, naar ons gekomen. Ook dat is weer een fantastische week geweest, met een afsluitende avond in de aula van onze school waar zo’n 500 leerlingen en ouders waren.
Multiculturele samenleving
Elkaar kennis laten maken met ieders cultuur, en met elkaars waarden en normen is erg belangrijk. Vooral ook met het oog op de multiculturele samenleving. Daarom zouden we bijvoorbeeld ook graag contact willen met scholen in Turkije en Marokko. Maar ook hier in Valkenswaard willen we daar aandacht aan schenken. Er is nu het idee ontstaan om een openbare lunch te organiseren. Dan zetten we de Eindhovenseweg af, de grootste straat hier in Valkenswaard, en dan nodigen we alle allochtone inwoners uit: ieder die van buiten Nederland komt, en dat zijn ongeveer 800 mensen. Die bieden we een lunch aan. We nodigen groepjes muzikanten uit en onze leerlingen serveren het eten uit. Kijk, dan krijg je binding, en die krijg je volgens mij alleen door de ontmoeting.
Als ik hoor hoe kinderen vaak reageren, bijvoorbeeld over allochtonen, dan hoor ik vader of moeder praten. En dat komt constant terug. Je hoort ze dingen zeggen vanuit vooroordelen; vanuit het niet weten en het niet kennen, maar ook het niet willen weten. En de argumenten willen ze ook niet horen. Pas op het moment dat ze elkaar ontmoeten en met elkaar bezig zijn is het anders. Daarom denk ik dat het ook heel belangrijk is om het accent te leggen op de multiculturele samenleving, want ook daar zit nogal wat spanning. In de grote steden heeft men daar al wel meer ervaring mee, maar als ik kijk naar het platteland dan merk ik wel dat die verschillende groeperingen elkaar nog helemaal niet kennen. En de insteek moet preventief zijn, en daar moeten we heel snel mee beginnen om daar contacten te leggen en groepen bij elkaar te brengen. Want ook hier, waar lang niet zoveel allochtone mensen wonen als in de stedelijke gebieden, merk ik dat de spanningen groter worden.
Doorwerking
Ik krijg nogal eens de vraag “levert dat project van jullie nou iets op?”, alsof ik dat in procenten kan uitdrukken. Nee dat kan ik niet. Maar ik heb wel het voorbeeld van die jongen die mij kwam vertellen dat hij in het weekend zijn vriend, die in een café volkomen door het lint dreigde te gaan, heeft kunnen tegenhouden. “Luister eens even,” had hij tegen zijn vriend gezegd “ ik zit in dat project op school en gij moet dat nou niet doen want dan sta ik helemaal voor paal als dat bekend wordt”. Nou, dan heb ik toch iets bereikt. En dat merk ik op school wel vaker dat ik zeg “hé jongens ik ben projectleider van Geweldloos de Sterkste en ik wil dat hier niet zien”, en dan zeggen ze “ja dat snappen we” en dan is dat ook genoeg om ze dat te laten beseffen. Dat is niet in procenten uit te drukken. Het gaat er om dat ze met het thema bezig zijn, en als we steeds meer jongeren krijgen die er bij stil staan dan hebben we veel gewonnen.
En wat we in ieder geval hebben bereikt is dat we er al drie jaar mee bezig zijn en heel veel jongeren en volwassenen bereikt hebben. Want ook een aantal docenten en ouders zijn er nauw bij betrokken, anders red je het niet.
Daarbij komt dat het onderwijsmodel waarmee wij hier werken gebaseerd is op natuurlijk leren. Dat wil zeggen dat leerlingen een keuze maken uit opdrachten. Een van de opdrachten was: maak een legpuzzel over dit project. En er zijn minstens tien groepen leerlingen die daarvoor gekozen hebben, en die hebben een prachtige puzzel over ‘geweldloos de sterkste’ gemaakt. Maar als achtergrondopdrachten zijn ze eerst bezig geweest met vragen als: ‘zoek voorbeelden van geweld op in de geschiedenis’; ‘zoek op wie tegen geweld waren en vertel iets over hen’; ‘breng in een diagram naar voren hoe omvangrijk het geweld op dit moment is en schrijf op wat we daar tegen kunnen doen?’ Leerlingen zijn er mee bezig en dat is heel belangrijk. En wij zijn er heel blij mee dat het gebeurt; dat ze er bij stil staan en erover nadenken.
Een ander project wat nu loopt is de voorbereiding van een musical voor basisscholen, die een groep leerlingen van onze school nu aan het instuderen is. Die gaan we opvoeren op 30 scholen en aan alle basisscholen in Nederland gaan we het boekje van de musical sturen. Het gaat over cyberpesten, via internet of mobiele telefoons, wat op dit moment erg speelt. Op deze manier proberen we een sneeuwbaleffect te krijgen met allerlei ideeën, waardoor leerlingen bezig blijven en andere scholen het kunnen oppakken. En of dit in procenten te meten is, en hoe ‘succesvol’ het allemaal is, dat is vooralsnog niet in cijfers uit te drukken maar dát het heel wat zal gaan opleveren voor onze samenleving, en hoe we met elkaar omgaan, daar ben ik van overtuigd.
Slogan
Voor de slogan “Geweldloos de Sterkste” heb ik heel bewust gekozen, en wel omdat ik er echt van overtuigd ben dat niet de geweldpleger de sterkste is, maar degene die geweldloos weerbaar is. Als counselor heb ik veel meegemaakt op school, onder andere met ouders die hun kind mishandelden. Daar lag altijd aan ten grondslag: “ik weet het niet meer”. Een zwaktebod! “Ik weet het niet meer! En het enige wat ik nou nog in handen heb is over die grens heen gaan van het kind iets aandoen.” En eigenlijk is dat op ieder niveau, van de kleinste voorvallen van ruzie maken tot grote conflicten als de Vietnamoorlog en nu in Irak en noem het verder allemaal maar op. Het is óf ‘ik weet het niet meer’ óf het is vanuit een soort machtsspel; greep willen hebben op; groot willen zijn. Hij wil het heft in handen houden, de sterkste zijn, maar eigenlijk is men de zwakste. Hij laat zien dat hij de zwakke figuur is omdat hij naar die manier moet grijpen, en zijn macht moet gaan afdwingen door de ander te gaan vernederen of er op te slaan. Is dat sterk? Als je geweldloos weerbaar bent dan ga je daar niet in mee en dan laat je je daar niet door naar onder drukken. Precies waar jij het over zojuist had, over de constante strijd tussen ‘meerdere en mindere’, in plaats van op een evenwaardige en elkaar respecterende manier met elkaar om te gaan. Dan ben je een echte winnaar; dan ben je echt sterk!
Agressie en weerbaarheid
Hierbij aansluitend werkt deze hele kwestie van het op een lijn zetten van agressief reageren en weerbaar zijn op een heel negatieve manier door.Wat er wel eens van school uit geadviseerd wordt als een kind heel weinig weerbaar is, dat is bijvoorbeeld om op judo te gaan. Maar ik geloof niet in die oplossing, omdat het iets is vanuit de optiek van de volwassene die tegen zo’n kind zegt: ga je weerbaar maken door te vechten. Daar geloof ik niet in. Dat zal een kind niet wezenlijk helpen, omdat het daardoor niet het positieve in zichzelf ontwikkelt. Er wordt dan wel gezegd dat ze leren om voor zichzelf op te komen, maar bij die manier zet ik grote vraagtekens. Met agressie heb je dat ook. Ik kan me voorstellen dat je in buitensporige situaties zegt: daar moet wat aan gedaan worden, maar de misvatting is dat dat lukt als je dat op een agressieve manier doet. Als je tegen zo iemand zegt: we gaan nu een flink stuk wandelen, of we gaan 20 km fietsen, of we gaan zwemmen dan kom je er echt aan toe je agressie kwijt te raken. Want waar het om gaat is om je innerlijke emoties en je opgekropte gevoelens los te laten en om van binnen weer tot rust te komen. Er zijn scholen waar een bokszak hangt. Nou ik vind het de grootste onzin die er bestaat. Het is allemaal op de buitenkant gericht, maar waar iets aangepakt moet worden zit van binnen. Het kan wel zo zijn dat je soms zegt: ‘nu moet ik even een time out, en nou wil ik even met niemand iets te maken hebben’, maar dat moet je niet gaan structureren en ze ieder week boksles gaan geven of taekwondo en dergelijke. Daar geloof ik helemaal niet in. Er zijn zoveel betere mogelijk-heden om op een positievere en constructievere manier met dergelijke gevoelens om te gaan, op een andere manier dan agressief, want in die aanpak zelf zit een heel stuk agressiviteit. Het is met agressie omgaan op een agressieve manier, maar dat maakt alleen maar agressiever. Het is een schijnoplossing, want wat er gebeurt, als je een tijd op zo’n bal aan het beuken bent, is dat je moe wordt, dat je je energie kwijt raakt, maar niet je woede. Die wordt dan via een hoop agressie op iets anders of iemand anders uitgekuurd, in plaats van dat je kijkt naar je woede en naar wat er mis is.
Van binnenuit
Waarin ik geloof, en wat ik ook steeds weer merk, is dat het gaat om de persoonlijke benadering. Bijvoorbeeld een leerling die pest, die spreek ik aan en dan zeg ik “daar baal ik verschrikkelijk van, wil jij dat niet meer doen?” en dan zegt hij: “Nee, dat is goed” en dan geef ik hem een hand en dan zeg ik “wat ben ik daar blij mee jongen; goh, wat ben ik blij, want ik heb het volste vertrouwen in jou. Jij zegt nou tegen mij dat het niet meer gebeurt: jij bent een kanjer, houdoe.” Zo lang duurt dat gesprek. En dat heeft effect, want je moet ze op hun persoon aanspreken, zodat er bij hen van binnenuit iets aan eigenwaarde gaat ontstaan. En dat is ook met het kwijtraken van agressie. Waar mensen agressie mee kwijt raken, het woedend en destructief reageren vanuit je eigen gelijk, is met de beloning en niet met het tekeer gaan tegen een boksbal. Want die jongen, waar ik het zo juist over had, die moet ik de dag daarna, als er niks gebeurd is, weer opzoeken en zeggen: “goh, wat ben jij een vent! Geweldig! Ik ben trots op jou. Jij beloofd iets en je doet het; met jou kan ik verder.” En dan loop ik door. En dan zie ik hem drie dagen daarna en dan steek ik een keer m’n duim omhoog en dan zeg ik “kanjer!”. Dát werkt. Niet altijd, maar in veel situaties wel. Dan gaat er iets van binnen gebeuren; dan kom je bij waar het vandaan komt hoe je met jezelf en met anderen omgaat; dan ontwikkel je respect voor jezelf en voor anderen.
Geweldloos de STERkste
Kijk, als wij verschrikkelijk ruzie met elkaar hebben en we rennen een tijdje zo hard als we kunnen hier door de tuin dan zijn we ook te moe om elkaar te lijf te gaan, maar daarmee is het probleem waarover we kwaad zijn niet opgelost! En dat los je al helemaal niet op met elkaar overhoop te slaan, want daardoor wordt het allemaal nog veel erger. En daarom moeten we het in een andere richting zoeken dan in die boksbalpedagogiek. Dat is wat ik ook met dit project wil bereiken. Een positief doel stellen en ze zelf op een positieve, fijne, creatieve en leerzame manier samen iets concreets laten maken. Iets dat aansluit bij het goede en mooie in hen en niet van buitenaf opgelegd wordt; iets waardoor ze greep op zichzelf krijgen en waarop ze trots kunnen zijn. Dan ben je echt een ster, zoals op ons T-shirt staat: Geweldloos de STERkste!
Zie voor meer informatie de website www.sgweredi.nl onder ‘projecten’: ‘project tegen geweld’. Via de ‘Webquest Geweldloos de Sterkste’, die u daar vindt, kunt u per email contact opnemen met projectleider Jacques van Gerven.
Dit interview staat op de website www.geweldlozekracht.nl, onder ‘Dossier Opvoeding / Omgangskunde’, artikel M.08.
(WEB200M.09)
|