RECHT OP EEN GEWELDLOZE
OPVOEDING (M.06) (WEB200M.06)
RECHT OP EEN GEWELDLOZE
OPVOEDING
Kinderen hebben recht op een geweldloze opvoeding, stelt de kop
boven het openingsartikel van het themanummer over Geweldloze Opvoeding
van het Tijdschrift over kindermishandeling. (1) Dat dit onderwerp
in het nummer van dit blad zo centraal staat houdt verband met het landelijk
congres Het kan anders! Respectvol opvoeden is opvoeden zonder geweld,
dat op 1 december 2003 in De Reehorst in Ede plaatsvond. (2) Doel van het
Congres, waar ongeveer 600 mensen uit de jeugdzorg aan deelnamen, was onder
meer uitwisseling van methodieken op het terrein van opvoedingsondersteuning
en preventie van gedragsproblemen. Ook werd informatie gegeven over veelbelovende
initiatieven (uit binnen- en buitenland) gericht op alternatieven voor het
gebruik van geweld als opvoedingsinstrument. Maar kernpunt, door heel het
programma van deze dag, was de algehele afkeuring van en een fel protest tegen
de houding van de Nederlandse overheid die nog immer weigert kinderen wettelijke
bescherming te geven tegen geweld in de thuissituatie. Aan het eind van de
congresdag overhandigde professor Andries van Dantzig, mede-initiatiefnemer
van RAAK (3), daarom aan mevrouw Clémence Rossvan Dorp, staatssecretaris
VWS (4) de Proclamatie voor opvoeden zonder geweld (zie bijlage).
VN-verdrag Rechten van het Kind
In het VN-verdrag inzake de Rechten van het Kind, dat door alle
landen van de wereld ondertekend is, luidt Artikel 19.1 De Staten die
partij zijn, nemen alle passende wettelijke en bestuurlijke maatregelen en
maatregelen op sociaal en opvoedkundig gebied om het kind te beschermen tegen
alle vormen van lichamelijk of geestelijk geweld, letsel of misbruik, lichamelijke
of geestelijke verwaarlozing of nalatige behandeling, mishandeling of exploitatie,
met inbegrip van seksueel misbruik, terwijl het kind onder de hoede is van
de ouder(s), wettige voogd(en) of iemand anders die de zorg voor het kind
heeft.(5) Desalniettemin wil de Nederlandse overheid (ondanks wetsvoorstellen
daartoe van enkele politieke partijen) het slaan van kinderen en het toepassen
van andere vernederende behandelingen niet strafbaar stellen, zoals reeds
in een toenemend aantal landen in wetgeving is vastgelegd. Nog in 2000 beriep
de Hoge Raad zich op het tuchtrecht van ouders om een vader, die
zijn vier kinderen systematisch sloeg, schopte, de keel dichtkneep en met
nog een reeks andere gewelddadigheden belaagde, vrij te spreken van rechtsvervolging,
aldus prof.Willems (2) in zijn betoog aan het begin van het Congres.
Wanhoop
Dit maakt het kabinetsstandpunt Geweld hoort niet thuis in de opvoeding.
De overheid kan een belangrijke rol spelen in het uitdragen van deze norm(juni
2003) tot loze taal. Want wie die norm niet overneemt gaat volgens
kabinet en Hoge Raad vrijuit. Passende wettelijke bescherming geeft, zoals
de CDA-woordvoerster inbracht, geen garantie dat het geweld stopt (een argument
waarmee je alle wetgeving zinloos maakt - WR). En CDA-minister Donner voelt
ook al niets voor dergelijke symptoomwetgeving. Dus blijven kinderen
in Nederland, binnen de thuissituatie, vogelvrij en wordt de onderschreven
VN-Verklaring terzijde gelegd. We horen en zien zoveel, maar we staan
machteloos en voelen ons vaak zo wanhopig omdat we nauwelijks iets mogen en
kunnen doen. We zouden heel blij zij als zon wet er komt, zei
een medewerkster van een consultatiebureau tijdens het congres.
Omgangskunde
De hele kwestie rond geweld (zowel fysiek als psychisch) binnen de opvoeding
is echter één kant van de zaak. De andere kant is hoe dan wel
om te gaan met bijvoorbeeld probleemgedrag, en wat nodig en van belang is
bij de opvoeding van kinderen. Hoe ga je in de dagelijkse situatie met elkaar
om en wat geef je je kinderen mee? Het is hoopvol en belangwekkend dat organisaties
voor opvoedingsondersteuning hier steeds meer aandacht aan schenken. Zelf
bracht ik tijdens het congres in dat ook de rol van de scholen niet vergeten
mag worden. Immers: de toekomstige ouders zitten op dit moment
nog op school, dus waarom in het vaste lesprogramma niet meer aandacht gegeven
aan omgangskunde(zoals door onze organisatie al een groot aantal
jaren bepleit wordt). Binnen dit vak is alle ruimte voor bijvoorbeeld het
ontwikkelen van sociale vaardigheden, van opvoedkunde, van inzicht in gezond
gedrag, van omgaan met problemen en conflicten, evenals met agressie en geweld
etc. Het natuurlijke gegeven dat jongeren van 15 of 16 al moeder of vader
kunnen worden, maakt duidelijk dat zij op deze leeftijd ook inzicht en vaardigheden
kunnen ontwikkelen hoe zij zo goed mogelijk later voor hun kinderen
kunnen zorgen. Waarom wachten tot ze kinderen krijgen en dan vastlopen in
de opvoedingsaanpak? Voor alles moet je leren en diplomas hebben, behalve
voor de (in mijn ogen allerbelangrijkste) taak van het merendeel van de mensen:
het zo goed mogelijk grootbrengen van kinderen en hen voorbereiden op het
leven dat daarna volgt. En hoeveel nut kunnen jongeren, en hun ouders, nu
al niet hebben van het feit dat zij al jong leren hun sociale en emotionele
vaardigheden in positieve zin te ontwikkelen? Het ontbreken van een gestructureerd
landelijk lesaanbod omgangskunde in het basis- en voortgezet onderwijs
is dan ook een grote blinde vlek in onze maatschappij. (6)
Geweldloze opvoeding
Geen fysiek en psychisch geweld gebruiken in de opvoeding van kinderen, en
dit als samenleving in het Burgerlijk Wetboek vastleggen, is een belangrijke
stap. Dit vraagt van ons tevens om na te denken over inhoud en kwaliteit van
een opvoeding die bijdraagt aan een creatieve, blijmoedige, respectvolle,
krachtige, vreedzame, assertieve, sociale, sensitieve, evenwichtige en zelfbewuste
ontplooiing van kinderen. Een doorwrocht en bruikbaar themanummer over een
geweldloos weerbare opvoeding zou vanuit onze organisatie dan
ook een zinvolle bijdrage zijn. De ontvankelijkheid hiervoor is veel groter
geworden, getuige ook de afsluitende worden van het openingsartikel van het
Tijdschrift over kindermishandeling (1): Steeds meer ouders
willen leven in een maatschappij waarin de norm is om je kinderen geweldloos
op te voeden. Maar ouders kunnen en hoeven dat niet alleen te doen: geweldloos
opvoeden is een verantwoordelijkheid van velen en vergt inzet van ouders,
beroepskrachten, instellingen en de overheid.
Wim Robben
(1) Kinderen hebben recht op een geweldloze opvoeding, openingsartikel
door Edith Geurts (hoofdredacteur) van Tijdschrift over kindermishandeling,
NIZW Jeugd (Expertisecentrum Kindermishandeling), Postbus 19152, 3501 DD Utrecht
(tel.: 030-2306560; website: www.nizw.nl).
(2) Aanwezig waren onder andere gastspreeksters uit België, Duitsland,
Engeland en Zweden; prominenten uit RAAK (3) zoals hoogleraar psychiatrie
A. van Dantzig, de hoogleraren kinderrechten H.Baartman en J.Willems, jeugdarts
en bestuurslid van Bureau Voorkoming Kindermishandeling B.Rensen; mevrouw
G.Blokland van het NIZW (Nationaal Instituut Zorg en Welzijn); en de woordvoerder
van de AMKs (Advies- en Meldpunten Kindermishandeling) G. van Harten.
(3) RAAK staat voor Reflectie- en actiegroep aanpak kindermishandeling.
[Stichting RAAK, Postbus 75297, 1070 AG Amsterdam; tel.: 020-4203771; email:
dcinl@wxs.nl; website: www.stopkindermishandeling.nl]
(4) VWS: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
(5) Overgenomen uit een publieksbrochure van RAAK (zie 3), blz.11.
(6) Voor meer informatie over omgangskunde als onderwijsvak zie
onze website www.geweldloosactief.nl onder dossier opvoeding / omgangskunde.
Gepubliceerd in:
Kwartaalblad Geweldloos Actief, Postbus 137, 8000 AC Zwolle.
(WEB200M.06)
|