OVERZICHT DOSSIERS

EFFECTIEVE CRISISPREVENTIE (I.08) WEB200I.08

 

EFFECTIEVE CRISISPREVENTIE:
UITDAGINGEN VOOR HET DUITSE BUITENLAND- EN ONTWIKKELINGSBELEID

Door: Tabea Scharrer*

Op een conferentie voor specialisten en voor de media, in juni 1999 op de Universiteit van Bonn, heeft de 'Ontwikkelings- en Vredesstichting' een beleidsstuk** gepresenteerd met als titel: 'Effectieve Crisispreventie. Uitdagingen voor het Duitse buitenland- en ontwikkelingsbeleid'. Hoewel de voorstellen in dit stuk Đ zoals de instelling van een 'Afdeling voor Vroegtijdige Waarschuwing (Early Warning) en Dialoog', een 'Afdeling voor Vredesopbouw' en het tot stand brengen van netwerken en een pool van deskundigen Đ vooral betrekking hebben op de Duitse situatie, zouden deze initiatieven toch heel goed in een breder Europees en internationaal kader ingepast kunnen worden. Dit artikel is een samenvatting van dit beleidsstuk.

Reactieve aanpak conflicten desastreus
Ten tijde van het Oost-Westconflict waren preventieve maatregelen vooral gericht op het voorkomen van een directe confrontatie tussen de blokken. Regionale en lokale geschillen aan de rand van het tweepolige systeem werden óf genegeerd óf juist gebruikt. Sindsdien is dit type 'locaal beperkt conflict' in het centrum van de internationale crisisdiplomatie komen te staan. De maatregelen die door de internationale gemeenschap gebruikt worden om de crises op te lossen zijn over het algemeen ongeschikt gebleken om geweld of wreedheden van dit type binnen de perken te houden of te doen stoppen. Tezelfdertijd zijn er enorme bedragen aan kostbare militaire operaties, humanitaire bijstand en wederopbouw besteed. Omdat traditionele diplomatieke instrumenten duidelijk niet langer voor hun doel geschikt zijn, zijn er pogingen gedaan om ideeën voor crisispreventie te ontwikkelen, die humaner, politiek effectiever en vooral veel goedkoper lijken te zijn dan de uiterst kostbare wijze van conflictbeheersing, waarbij op de situatie gereageerd wordt en vervolgens nazorg wordt gegeven. Ontwikkelingssamenwerking lijkt, in de ogen van de bevolking, meer en meer een soort van reparatiewerkplaats te worden die zich bezighoudt met een niet aflatende stroom van oorlogsschade. Omdat daarbij steeds meer staten op een of andere wijze in een proces van desintegratie (uiteenvallen) terecht is gekomen, waren er steeds minder 'counterparts' van de kant van de overheid beschikbaar. Vooral humanitaire bijstand wordt vaak door de conflictpartijen misbruikt. Ondanks de kennelijke voordelen van preventieve conflictbeheersing overheerst nog steeds de reactieve (te laat komende) aanpak van crises en conflicten in de staten in deze wereld, zoals op duidelijke wijze gedemonstreerd werd in de recente oorlog in Kosovo / Joegoslavië. Deze hield een investering van humane en financiële bronnen in die volledig buiten proporties was. De totale kosten van de oorlog in Kosovo/Joegoslavië belopen een totaal van 110 miljard DM (volgens de Bundeswehrhochschule zoals geciteerd in Der Spiegel van 24 mei 1999, p.20). De wederopbouw van Kosovo en de Joegoslavische economie zal tientallen of honderden miljarden DM gaan kosten. Vergeleken met deze cijfers is het bedrag dat aan preventie wordt besteed minimaal.

Belangenpolitiek
Ondanks directe en snelle waarschuwingen wordt preventieve actie zelden ondernomen. Dit heeft te maken met binnenlandse politieke overwegingen en ingesleten routines van de traditionele macht die berust op belangenpolitiek. Daarbij zijn er verschillende vormen van politieke, psychologische en bureaucratische weerstand. Bij de politieke obstakels gaat het vaak onder meer ook om het gering belang bij crisispreventie, een verkeerde beoordeling van de situatie, een slecht gecošrdineerde aanpak en een afkeer om in te grijpen in de binnenlandse aangelegenheden van andere staten die gegrondvest is in het internationale recht. En daar komt nog bovenop dat het in de aanloop tot een crisis gewoonlijk niet mogelijk is om hiervoor veel publieke belangstelling te wekken. Psychologische obstakels zijn onder andere het onderdrukken van vroegtijdige waarschuwingssignalen en het zich richten op bestaande problemen. De bureaucratische obstakels zijn onder meer de routine van alledag die erop gericht is de bestaande situatie te handhaven, competitie tussen de verschillende autoriteiten en diensten en de afwezigheid van een geïnstitutionaliseerd mandaat (volmacht door de gevestigde instellingen) en een organisatorische mogelijkheid tot het geven van vroegtijdige waarschuwingen om vroegtijdig op te treden. Ten einde het politieke, psychologische en bureaucratische verzet voor een effectieve crisispreventie uit de weg te ruimen stellen we een duidelijke beleidsverandering voor en willen we een duidelijk signaal afgeven, dat er een diepgaande investering in preventieve structuren moet komen. Er moeten toereikende bronnen beschikbaar gesteld worden voor planning, politiek overleg en de verbetering van de samenwerking tussen de regeringen. Elementen voor het geven van vroegtijdige waarschuwingen en planning moeten effectiever geïntegreerd worden in de structuren en de processen die tijdens het overleg, de opinievorming en de besluitvorming doorlopen worden. Ervaringen van conflicten uit het verleden moeten op onafhankelijke wijze op nationaal en multilateraal (deelname door veel partijen) niveau geëvalueerd worden en moeten als 'lessen uit het verleden' in acht worden genomen.

Infrastructuur vreedzame conflictbeheersing
Bij dit opzetten van een infrastructuur (alle noodzakelijke voorzieningen) voor vreedzame conflictbeheersing moeten nieuwe samenwerkingsvormen, die op een 'openbaar particulier deelgenootschap' berusten, een basiselement worden. Onze aanbevelingen om zo'n infrastructuur te ontwikkelen berusten op een model in drie fasen en hebben vooral betrekking op de Duitse situatie. Ze moeten geacht worden om uiteindelijk tegen het jaar 2005 een gedegen bijdrage te kunnen leveren aan een effectieve crisispreventie. We stellen drie activiteitsgebieden aan de orde:
A) Vroegtijdige actie met behulp van een crisisanalyse, preventie-eenheden en dialoog-forums.
B) "Vredeskampen" en een burgervredesdienst.
C) Pools van trainingsmedewerkers en deskundigen. Op alle drie de activiteitsgebieden moeten dienstverlenende eenheden ingesteld worden, die onafhankelijk van de regering zijn en actief zijn op het raakvlak tussen overheid en particuliere betrokkenen. Om het werk zo snel mogelijk te kunnen beginnen moeten de dienstverlenende eenheden in eerste instantie uit overheidsfondsen gefinancierd worden. Op middellange termijn moet er gestreefd worden naar een fonds op bredere basis met gelden van al degenen die van de eenheid gebruik maken of voordeel hebben van de activiteiten ervan (burgers, zakenleven en onafhankelijke instellingen).


A) Vroegtijdige actie met behulp van een crisisanalyse, preventie-eenheden en dialoog-forums
Belangrijke initiatiefnemers tot actie in overheids- en niet-overheidsinstellingen missen vaak gedetailleerde, bijgewerkte analyses van conflicten, die een politiek geori‘nteerde beoordeling van de betrokkenen geven, van de mechanismen die geweld doen ontbranden, van escalatie-scenario's (de te veronderstellen loop van de verheviging van een conflict) en van mogelijkheden om op te treden. De twee bestaande internationale netwerken FEWER (Forum voor Vroegtijdige Waarschuwing en Vroegtijdige Reactie) en CPN (Netwerk voor Conflictpreventie), die juist daardoor gekenmerkt worden dat ze het vroegtijdig geven van waarschuwingssignalen en vroegtijdig optreden met elkaar in verband brengen, moeten beide verder ontwikkeld worden. Om crisisanalyses voor besluitvormers te verbeteren, en om dit type analyse opgenomen te krijgen in het proces van menings- en besluitvorming binnen de gevestigde instellingen, stellen we de volgende stappen voor: - Praktisch vredes- en conflictonderzoek en regionaal onderzoek naar mogelijke crisispunten moeten hoofddoeleinden worden van de steun van de Duitse regering en van onafhankelijke instellingen van verschillende aard. - De leden van de Federale Duitse Veiligheidsraad als ook van de grotere NGO's moeten op plannings- en algemeen niveau kleine eenheden instellen voor het geven van vroegtijdige waarschuwingen en voor preventie. - Overheids- en niet-overheidsinstellingen moeten hun onderlinge cošrdinatie vergroten in een netwerk van overlegmechanismen en dialoogforums. - Er is dringend behoefte aan een 'Eenheid voor Vroegtijdige Waarschuwing en Dialoog' die als contactpunt fungeert voor verschillende betrokkenen, die zelf dialoogprocessen op gang brengt en waarschuwings- en signaleringsfuncties op zich neemt.

B) 'Vredeskampen'
Een fataal gevolg van veel conflicten die zich over een lange periode op gewelddadige wijze hebben voortgezet, is de vorming van interne milieus en structuren waarvan de leden er een belang bij hebben dat de heersende toestand wordt voortgezet. Als tegenwicht tegen deze 'oorlogskampen' moeten we 'vredeskampen' instellen en steunen. Met andere woorden: een (zo uitgebreid mogelijk) netwerk van sociale en politieke krachten van allerlei aard die belang hebben bij crisispreventie en vreedzame vormen van conflictregeling. De term 'vredeskampen' houdt ook het aanleggen in van netwerken en samenwerking met belanghebbenden van buiten. In deze context kan een Burgervredesdienst een belangrijke bijdrage leveren aan op vrede gericht ontwikkelingswerk. Er zijn een aantal belangrijke richtlijnen om 'vredeskampen' te steunen die men in gedachten moet houden:
- Liever constructieve conflictbeheersing dan zachte en gemakkelijke oplossingen.
- Ervoor zorgen dat wetten worden toegepast en zorgen voor 'goed bestuur'.
- Het stimuleren van belangengroepen met een multi-etnische en multireligieuze samenstelling om als bruggenbouwers te fungeren.
- Aandacht voor forums en instellingen waarin conflicten openlijk bediscussieerd en aangepakt kunnen worden, zoals bijeenkomsten van 'ouderen', ronde-tafelbijeenkomsten en zelfhulpgroepen.
- Omvangrijke hulpbronnen moeten besteed worden aan conflict- en vredesonderwijs, interculturele uitwisseling en decentralisatie en liberalisatie van mediastructuren.
- De in extreme mate op aanbod gerichte 'NGO-markt' moet dusdanig omgevormd worden dat die sterker wordt afgestemd op de behoeften aan de basis.
- Het ontwikkelingsbeleid moet structuren begunstigen die begrip bevorderen.
- De heersende praktijk waarbij steun wordt verleend aan projecten die een jaar of twee, drie duren moet vervangen worden door een schema van materi‘le steun voor de lange termijn van vijf tot tien jaar.

We bevelen ter aanvulling de instelling van een 'Eenheid voor Vredesopbouw en Netwerkvorming' aan om als 'service-eenheid' werkzaam te zijn. De eerste taak ervan zal zijn om personen en organisaties op te sporen met bekwaamheden en ervaring op het gebied van crisispreventie en conflictbeheersing, en om uit te zoeken wat voor activiteiten die momenteel verrichten en in welke gebieden van de wereld. Deze informatie moet gemakkelijk toegankelijk gemaakt worden, zodat die gebruikt kan worden om vroegtijdig op te treden (adresboek- en overzichtsfunctie). Op deze grondslag kan men dan beginnen met de uitwisselingsfunctie (raakvlakfunctie) en de professionaliseringsfunctie (studies naar 'lessen uit het verleden' en 'beste toepassingen'). In een derde fase zal dan het doel zijn om het vredeskamp een stevige basis te geven. Dit houdt onder meer het instellen van verschillende fondsen in, die een minimum van 25-30 miljoen DM moeten omvatten. Een vorm van organisatie die misschien nuttig is om deze functie te vervullen is een 'Stichting voor Vredesvorming'.

C) Pools van trainingsmedewerkers en deskundigen
Van doorslaggevend belang bij crisispreventie en vreedzame conflictbeheersing is de 'menselijke factor'. We stellen daarom voor om pools (samenwerkingsverbanden) van deskundigen in te stellen en de training voor bepaalde taken te stimuleren, zoals voor internationale missies (het opsporen van de feiten, verificatie van vredesovereenkomsten, waarnemen bij verkiezingen enz.), ontwikkelings-samenwerking en humanitaire hulp, vredeswerk en mensenrechtenwerk. Om een over de gehele lijn verbeterde en gecoördineerde veelzijdige training te garanderen, en daarmee een systematische professionalisering van de personen die op deze gebieden werkzaam zijn, geloven we dat er tenminste op middellange termijn de vorming van een 'Eenheid voor Training en Deskundigen-pools' noodzakelijk is. De training die door het Duitse Ministerie van Buitenlandse Zaken gefinancierd wordt kan verder ontwikkeld worden tot een 'Academie voor Internationale Vredesmissies' en vervolgens in een 'Academie van de OVSE'. Daarenboven moet de Duitse regering de bestaande trainingen met tenminste 10 miljoen DM ondersteunen. Het tot stand brengen van een 'infrastructuur voor crisispreventie en vreedzame conflictbeheersing' vereist een gezamenlijke inspanning van overheids- en niet-overheidsinstellingen en vertegenwoordigers:
- De leden van de Duitse Bondsdag worden opgeroepen om de noodzakelijke fondsen ter beschikking te stellen en de wetten aan te nemen die nodig zijn om de raamvoorwaarden voor vreedzame conflictbeheersing te verbeteren.
- De Duitse overheid wordt opgeroepen om crisispreventie en conflictbeheersing als een taak te zien die de afzonderlijke sectoren overstijgt. Deskundigen op het gebied van de samenleving en van de buitenlandse politiek moeten in sterkere mate betrokken worden bij de uitwerking van overheidsplannen.
- NGO's en academische instellingen op het gebied van de vredespolitiek moeten in sterkere mate dan voorheen hun krachten bundelen om praktisch gerichte forums te vormen en moeten een intensievere uitwisseling van ervaring organiseren.
- De politieke partijen worden opgeroepen om parlement en regering, in sterkere mate dan voorheen, deskundig onderzoek te verschaffen op het terrein van de buitenlandse politiek, veiligheid en ontwikkeling.

* Tabea Scharrer werkt voor het Berghof Onderzoekscentrum voor Constructieve Conflictbeheersing in Berlijn.
** Het Beleidsstuk 'Effective Crisis Prevention. Challenges for German Foreign and Development Policy', van Tobias Debiel, Martina Fischer, Volker Matthies en Norbert Ropers, werd in Bonn - juni 1999 gepubliceerd. Aan te vragen bij: Stiftung Entwicklung and Frieden (SEF), Gotenstrasse 152, 53175 Bonn, Duitsland. Tel.: +49 (228) 959 250; email: sef@bicc.uni_bonn.de. Of zie website: http://bicc.uni_bonn.de/sef/publ/publikationen.htm

Bron: Conflict Prevention Newsletter, Vol.2 - Nr.3; oktober 1999; blz.12-13; Uitgever: European Platform for Conflict Prevention and Transformation, Postbus 14069, 3508 SC Utrecht (email: info@conflict-prevention.net / website: www.conflict-prevention.net)

Gepubliceerd in:
Kwartaalblad Geweldloos Actief, Postbus 137, 8000 AC Zwolle.

(WEB200I.08)