OVERZICHT DOSSIERS

BURGERVREDESDIENST (I.07) WEB200I.07

BURGERVREDESDIENST:
EEN NIEUW ELEMENT VAN DE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Dat ook op regeringsniveau het belang van een 'burgervredesdienst' wordt onderkend blijkt ondermeer uit de "Nota van het Bondsministerie voor Economische samenwerking en Ontwikkeling (BME)" (Bonn - juni 1999), waarvan we hierbij een vertaling opnemen.

1. Crisispreventie en conflictoplossing - Bijdrage aan de ontwikkelingssamenwerking.

Een centraal doel van de politiek van de Bondsregering is het voorkomen en beëindigen van gewelddadige conflicten. In het kader van een totaalconcept van de Bondsregering is het de taak van de ontwikkelingspolitiek in de partnerlanden om door verbetering van de economische, sociale, ecologische en politieke verhoudingen bij te dragen aan het voorkomen en afbreken van structurele oorzaken van conflicten, en aan de opbouw van mechanismen om met deze conflicten geweldloos om te gaan. Met de 'DAC Guidelines on Conflict, Peace and Development' uit 1997, die in het Ontwikkelingshulpcomité (DAC) van de OESO zijn aangenomen, het "UN-Secretary General's Report on the causes of conflict and the promotion of durable peace and sustainable development in Africa" van 13 april 1998, als ook het besluit van de Raad van de EU van 30 november 1998 "over de rol van de ontwikkelingssamenwerking bij maatregelen die vrede tot stand brengen alsook bij het voorkomen en oplossen van conflicten", beschikken we over internationaal op elkaar afgestemde concepten voor een dergelijke organisatie van de ontwikkelingspolitiek. Deze organisatie van de Duitse ontwikkelingspolitiek stelt extra eisen aan de instrumenten van de samenwerking tussen staten en particulieren. In het bijzonder moet de politiek-maatschappelijke dimensie van de conflictoplossing versterkt worden. Vooral particuliere instanties, zoals politieke stichtingen en kerken, kunnen aan de technische samenwerking en aan het instrumentarium van de personele samenwerking een extra bijdrage leveren.

2. Burgervredesdienst (BVD) - Taken en werkterreinen.

Als onderdeel van de sterkere conflictvoorkomende en conflictoplossende organisatie van de ontwikkelingssamenwerking bereidt het BME de opbouw van een BurgerVredesDienst (BVD) voor waarin overheids- en particuliere instanties samenwerken. De BVD is in principe gedacht als het inzetten van gekwalificeerde vaklieden van de erkende ontwikkelingsinstellingen. De taken in het kader van de BVD onderscheiden zich van de traditionele taken van de ontwikkelingsinstellingen door doelgerichte maatregelen ter bevordering van de geweldloze omgang met bestaande en potentiële conflicten. Vakmensen zijn in de BVD zonder beroepsperspectief werkzaam - zoals dat bij ontwikkelingsinstellingen gebruikelijk is. De taken in het kader van de BVD liggen in het bijzonder op de volgende gebieden: - Versterking van de vredesmogelijkheden; vertrouwenstichtende maatregelen tussen betrokkenen bij conflicten; opbouw van informatie- en vormingsstructuren; het maken van programma's waarmee vredesactiviteiten aangekondigd en verduidelijkt worden en die dienen om vooroordelen en vijandbeelden af te breken (bijv. vredesonderwijs). - Bemiddeling bij conflicten tussen leden van belangengroepen, etnische en religieuze groepen; medewerking bij het toezien op en bevorderen van de situatie van de mensenrechten en de democratie. - Bijdragen aan verzoening en wederopbouw (inclusief het ondersteunen van bestuurstaken op gemeentelijk niveau).

Activiteiten in het kader van de Burgervredesdienst vinden plaats op basis van de criteria op het gebied van de ontwikkelingspolitiek zoals het subsidiariteitsbeginsel, het principe van de kleinste ingreep en het beginsel van hulp ten bate van zelfhulp. Samenwerking met en acceptatie door de inheemse partners en conflictpartijen zijn in het belang van de duurzaamheid van de participatie absoluut noodzakelijk. Inzet van de BVD wordt principieel in samenhang met de Duitse ontwikkelingssamenwerking opgezet en doorgevoerd. Vaklieden die in het kader van de burgervredesdienst ingezet zullen worden moeten een bijzonder kwalificatie en voorbereiding krijgen. De personele vereisten die het constructief omgaan met conflicten in een interculturele context stelt, gaan de klassieke vereisten in de vrijwilligersorganisatie op het gebied van de ontwikkelingssamenwerking te boven. Anderzijds worden hierin echter ook ervaringen en inzichten in voorwaarden verkregen, die voor het vredeswerk nodig zijn. De kwalificatiemaatregelen moeten overeenkomstig de algemeen geldende standaards worden bepaald. Ze moeten aantrekkelijk zijn voor ervaren vaklieden met regionale kennis op het gebied van de analyse van conflictoorzaken en van de middelen om hieraan op vreedzame manier tegensturing te bieden.

3. Programma en inzet van de BVD - Onderlinge afstemming binnen de Bondsregering als ook op het internationale kader.

Over het totale programma en de inzet van de BVD beslist het BME met goedvinden van het Ministerie van Buitenlandse Zaken op basis van een regelmatig overleg met alle betrokken instanties. Er wordt een regelmatig en noodzakelijk overleg van de instanties met de vertegenwoordigingen in het buitenland nagestreefd. Overigens zijn de voor de vrijwilligersorganisaties geldende methoden van toepassing. Inzet van de BVD vindt plaats op basis van de toestemming van de regering van het partnerland of van het goedvinden van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Deze kan - afhankelijk van de ontwikkeling van het projectverloop of van de raamvoorwaarden - ingetrokken worden. De BVD en de instrumenten van de ontwikkelingsamenwerking moeten elkaar (o.a. in het kader van het landenprogramma van het BME) wederzijds ondersteunen. Inzet van de BVD moet met vergelijkbare Europese en multilaterale projecten en activiteiten gecošrdineerd worden. Op basis van de bilaterale ervaringen komt ook een systematische samenwerking met internationale instellingen of in samenhang met internationale missies in aanmerking.

4. Organisatie van de BVD.

De taken, in het kader van de BVD, moeten onder verantwoording van het BME aan de Duitse Ontwikkelingsdienst (DED) ondernomen worden in samenwerking met de vijf andere erkende vrijwilligersorganisaties (AGEH, DÜ, Eirene, Weltfriedensdienst en CFI), het Forum Ziviler Friedensdienst e.V. en de Aktionsgemeinschaft Dienst für den Frieden e.V. (AGDF). De deelnemende instanties voeren onder voorzitterschap van het BME, en onder deelname van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, regelmatig overleg. De organisatorische afwikkeling van de BVD wordt verricht door de DED die ook de middelen die de BVD ter beschikking staan aan de andere deelnemende instanties doorzendt. De DED is, op grond van zijn jarenlange bestuurlijke ervaring op het terrein van het uitsturen van personeel, hiervoor in bijzondere mate geschikt. Voor de kwalificatie van de vaklieden voor inzet in BVD-verband, wordt in gemeenschappelijke verantwoordelijkheid gezorgd door de DED, het Forum voor Zivile Friedensdienst e.V. en de Aktionsgemeinschaft Dienst für den Frieden e.V. (AGDF). In dit kader wordt ook het modelplan 'Opleiding voor burgerlijke conflictbeheersing' betrokken. De kwalificatie voor de inzet in BVD-verband wordt gecombineerd met andere opleidingsmogelijkheden van de Bondsregering. De voorbereiding en het uitzenden van vaklieden in BVD-verband vinden plaats door de erkende vrijwilligersorganisaties. Vaklieden in BVD-verband die door de DED ingezet worden, werken op basis van kaderovereenkomsten of notawisselingen. Vaklieden die door de particuliere vrijwilligersorganisaties ingezet worden, werken in het kader van de met de betreffende partnerorganisatie getroffen afspraken. Inzet in BVD-verband valt onder de verantwoordelijkheid van de Bondsregering die hierin vertegenwoordigd wordt door het BME. Daarbij wordt ook rekening gehouden met mogelijk bijzonder gevaar voor leven en gezondheid van de vaklieden in de BVD. De juridische bescherming van de vaklieden in de BVD vindt, wat het overige betreft, plaats in het kader van de wet voor ontwikkelingshelpers. Bij een nodige aanpassing van de wet moet ook rekening gehouden worden met de belangen van de BVD. Op korte termijn moeten de overeenkomstige verplichtingen, o.a. met betrekking tot de verzekeringen, aangepast worden.

6. Realisatie van de BVD - Stapsgewijze opbouw en vergroting.

De BVD wordt stapsgewijze opgebouwd. In de beginfase (tot eind 1999) staan de kwalificatie, het sociale en structurele kader alsook de eerste inzet, aansluitend bij aanwezige ervaringen, op de voorgrond.

Op midden- en lange termijn moet een personeelspool van BVD vaklieden ontstaan, waarop de Bondsregering ook ter ondersteuning van multilaterale missies van de OVSE en de VN kan teruggrijpen. Het werk van de BVD moet na drie jaar ge‘valueerd worden.

Gepubliceerd in:
Kwartaalblad Geweldloos Actief, Postbus 137, 8000 AC Zwolle.

(WEB200I.07)